Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdje ne sais quoiEtym: Fr. ik weet niet wat; Sp. el no sé qué: iets ondefinieerbaars en onbestemds. Term uit een irrationalistische stroming in de literaire kritiek van de 17de eeuw, gebruikt om aan te duiden dat de kwaliteit van een werk die men duidelijk aanvoelt, onbeschrijfbaar is en, meer algemeen, dat kunst en schoonheid iets mysterieus bevatten waarvoor men moet open staan zonder het te willen rationaliseren. Zo duidt D. Bouhours (Entretiens d’Ariste et d’Eugène, 1671) er de ‘fijne en ongrijpbare bevalligheden’ mee aan van het echte kunstwerk, terwijl Fontenelle (Entretiens sur la pluralité des mondes, 1686) de aanduiding gebruikt voor de schoonheid van de nacht tegenover die van de dag. Betje Wolff neemt de term over: het is het pakkende tegenover het stralende, het aangrijpende tegenover het overzichtelijke. Veelal duidt het op alles wat gekenmerkt wordt door tederheid. In de loop van de 19de eeuw raakt de aanduiding in onbruik. Lit: W.J.M.A. Asselbergs, ’De zuster van de zon’ in De nieuwe taalgids 53 (1960), p. 295-303 R. Scholar, The je-ne-sais-quoi in early modern Europe: encounters with a certain something (2005).
|