Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdgraalromanSubgenre binnen de middeleeuwse Arthurepiek, waarin de graal centraal staat. Over de (Keltische) oorsprong en diepere betekenis van het graalmotief is veel gespeculeerd. Is het een getransponeerde oosterse mythe, een archetype voor de kennis van het bovennatuurlijke, de steen der wijzen, of is het, zoals meestal wordt aangenomen, de verwerking van een oud Keltisch sprookjesmotief, nl. een wonderding dat alle wensen van zijn bezitter vervult? Feit is dat de graal door Chrétien de Troyes in de Conte du Graal (ca. 1187) alias Perceval (vert. R.E.V. Stuip, 1979) tijdens Percevals bezoek aan de Graalburcht geïntroduceerd wordt als een (vis) schotel, met daarop de hostie waarmee de zwaargewonde Visser-koning in leven gehouden wordt. Omstreeks 1199 schreef Robert de Boron Le roman de l’estoire dou Graal, waarin de graal geworden is tot de drinkbeker van Jozef van Arimathea, die hem beschikbaar stelde voor het Laatste Avondmaal. Tijdens Christus’ kruisdood ving Jozef Zijn bloed in deze beker op. Hij werd gevangen gezet omdat Christus’ lichaam onvindbaar bleek, maar overleefde dankzij deze beker. Omstreeks 1230 verschijnt La queste del saint Graal die in het drieluik dat de Lancelot en prose is, het midden inneemt. De graal wordt het symbool van een religieus geïnspireerd ridderschap. De zoektocht of queeste naar de graal is bron voor vele avonturen van menig ridder, maar het geheim van de graal is niet weggelegd voor ridders als Gauvain (Walewein) en Lancelot. De eerste is te aards, de tweede heeft een overspelige verhouding met de koningin. Van alle ridders van de Ronde Tafel komen er slechts drie in aanmerking deze queeste te volbrengen: Perceval, Bohort en Galaad. Een tiental jaren later wordt de driedelige Lancelot en prose uitgebreid tot een vijfdelige door toevoeging van L’estoire del saint Graal en L’estoire Merlin. De Conte du Graal is de enige roman van Chrétien waarvan een vertaling in het Middelnederlands is overgeleverd: Perchevael (ed. Gysseling, 1980). Robert de Borons L’estoire dou Graal werd omstreeks 1261 door Jacob van Maerlant vertaald als Historie van den Grale (ed. Sodmann, 1980). Een vertaling van de Queste del saint Graal bleef bewaard in de Haagse Lancelot-compilatie (ed. Jonckbloet, 1846-1849).
Elf ridders aan tafel aanschouwen het bloedend Christuskind in de graal op tafel. [bron: D. Hogenelst & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld (1995), p. 210].
Lit: Bibliographical bulletin of the international Arthurian society (1949-) R.S. Loomis, The Grail, from Celtic myth to Christian symbol (1963) H.J. Wolf, ‘Zur Stand und Problematik der Graalforschung’ in Romanische Forschungen 78 (1966), p. 399-418 F. Bogdarow, The romance of the Grail (1966) M. Joye, ‘De Middelnederlandse Graalromans: overzicht en enkele vaststellingen’ in Leuvense Bijdragen (1974), p. 151-164 (herdrukt in F.P. van Oostrom (red.), Arturistiek in artikelen (1978), p. 209-222) J.C. Prins-s’Jacob, ‘The Middle Dutch version of La queste del Saint Graal’ in Nieuwe taalgids 73 (1980), p. 120-132 B. Besamusca & H. Kienhorst, ‘Een onbekend fragment van de Middelnederlandse vertaling van La queste del saint graal’ in Nieuwe taalgids 76 (1983), p. 496-500 R. Zemel, ‘Fergus, Ferguut en de Graalheld’ in In onse scole. Opstellen over Middelnederlandse letterkunde voor prof. dr. M.H. Schenkeveld (1989), p. 75-94.
|