Algemeen letterkundig lexicon

cumulatieve bibliografie

Etym: Lat. cumulare = ophopen.

Lopende bibliografie die na publicatie van een aantal afleveringen de daarin opgenomen informatie – vaak met aanvullingen – weer binnen één systeem (alfabetisch, chronologisch of systematisch) brengt, bijv. de Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap (BNTL), verschenen vanaf 1970, eerst in kwartaalafleveringen die per halfjaar én per jaar werden gecumuleerd, en vervolgens in jaarafleveringen die per vijf jaar gecumuleerd werden.

Lit: E. Willekens, 'Bibliografie van de Nederlandse literatuurstudie' in Spiegel der letteren 1 (1956-1957) 1, p. 85-109 • A.L. Sötemann, 'Bibliografie en Neerlandistiek' in Nieuwe taalgids 62 (1969) 1, p. 41-46 • W. Gobbers, 'Naar een bibliografie der Nederlandse letteren' in 25 jaar Alfgemene Conferentie der Nederlandse letteren (1976), p. 27-29.

cultuursprookje

currens