Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdafkortingVerkorte schrijfwijze of uitspraak van één of meer woorden: ‘bijv.’ (bijvoorbeeld), ‘d.m.v.’ (door middel van), ‘i.t.t.’ (in tegenstelling tot), ‘e.v.’ (en volgende), ‘a.w.’ (aangehaald werk), ‘aso’ (asociaal), ‘bobo’, ‘depri’, ‘prof.’ enz. In Middelnederlandse handschriften en incunabelen gebruikt om schrijfmateriaal te besparen (abbreviatuur), tegenwoordig vnl. een kwestie van gemakzucht, in advertenties van zuinigheid. Veel afk. maken een tekst z.g.a. onleesbaar, terwijl ze nauwelijks ruimtebesparend zijn. Het gebruik van afgekorte woorden kan eveneens zijn oorzaak hebben in het taboe dat rust op het uitspreken van het woord (zoals ‘k’ voor ‘kanker’), in het gebruik van vakjargon (‘lab.’ (laboratorium), ‘U.B.’ (universiteitsbibliotheek)) of om zich sociaal te profileren (turbotaal). Verwant aan de afkorting zijn het acroniem of letterwoord en de inkorting. Veel afkortingen zijn te vinden in daaraan gewijde woordenboeken, zoals H.J. Boef, Afkortingenlijst van de Nederlandse taal (1989) en Th. de Boer & M. de Smit, Van Dale afkortingen (2003). Lit: G.J. Steenbergen, 'Letterwoord, initiaalwoord, verkorting, afkorting' in Nieuwe taalgids 60 (1967) 1, p. 42-45 F. Joosten & H. Smessaert, 'Afkortingen: een voorstel tot typologisering' in Leuvense bijdragen 88 (1999-2000) 3/4, p. 267-287.
|
|