Evangelische liederen(1738)–Johan Deknatel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Jesus, kracht der bloode herten] Melod. p. 23. Ondoorgrondelyk regeeren. 1. JEsus, kracht der bloode herten, Troost in alle zielen-leed, Zalv' in alle zonden-smerten, Arts voor alle slangen-beet, Pleister voor des doodes wonden, Die men steeds van kracht bevonden:,: 2. Myn verderf, niet door te gronden, In myn hert, word my bewust, Been en merg zyn vol van zonden, Vol vergif van kwaade lust, Geen bloedsdroppel is te vinden, Zonder zaad van and're zonden:,: 3. Ja, myn hert steekt vol van pylen, Van den Satan en het vleesch; Wil ik schoon naar Jesus ylen, Daar myn nood my heene wees, Moet myn Geest dog needer zygen, Eer zy regt kan adem krygen:,: 4. Wil ik my tot U verheffen, Word voor traagheit niets daar uit; Komt uw' Geest myn hert te treffen, Dryft het yd'le vleesch hem uit, Dat ik myner zonden plaagen, Zo niet langer meer kan draagen:,: [pagina 154] [p. 154] 5. Heiland voor den kranken Zonder, Redder van de slangen-list, Pleister zelve, en Verbinder, Wiens genezing nimmer mist, Gy kunt pyn en smert vermind'ren, Ja de doodes stoot verhind'ren:,: 6. Kom, Heer Jesus, druk in G'naade My uw Kruisbeeld in het hert, Op dat dus myn' oude schaade Door uw bloed geholpen werd; Zalft uw' Oly myne wonden, Zo ben ik gewis verbonden:,: 7. Zult Gy uwen Geest my geeven, Komt Gy zelve tot my in, Dan, dan zal het nieuwe leeven Stroomend' in myn' aders zyn, En ik zal, op hooge wyzen, Eeuwig uw' erbarming pryzen:,: Vorige Volgende