Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 3. Liederen over trouw en ontrouw in de liefde, verleiding en verlating
(1991)–A.J. Dekker, Marie van Dijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 272]
| |
ToelichtingVan dit lied zijn slechts twee opnamen gemaakt: in Groningen bij mevrouw Harmken Staats-Dilling (zie voorbeeld) en in de Brabantse Peel bij mevrouw Anna Maria van den Broek-Hoeben. Beiden zongen vijf strofen, waarvan de teksten, evenmin als de melodieën waarop ze werden gezongen, wezenlijk van elkaar verschilden op een punt na: de zevende tekstregel werd door mevrouw van den Broek-Hoeben herhaald. De maat extra, als gevolg daarvan, past ook beter in de melodiestructuur (vgl. de melodie van Vrienden wilt dit lied aanhoren, lied 34). | |
[pagina 273]
| |
1
Ik ben er laatst al op een keer
Naar mijn zoetliefje gegaan.
Daar deed ik mijn beklag zo teer
Om troost van haar te begaan,
Doch al mijn klagen dat helpt mij niet:
Zij liet mij zitten in mijn verdriet.
Hoe kan dat zijn
Dat jij me laten zou in die pijn?
2
Jonkman, ik ken de jonkmansstreken:
Ze zijn als een engel in schijn
Wanneer ze tot de meisjes spreken,
Hun hart is vol van venijn.
En als men daar dan niet op let
Dan vangen zij u in het net.
Zo een minnaar
Brengt menig meisje in het gevaar.
3
O meisjelief, wil daar niet voor schromen,
Ik ben zo wreed niet van aard,
'k Heb nooit een meisje haar eer ontnomen
Of haar gebracht al in schand.
Bedenk: het is er nu ruim een jaar
Dat wij verkeren met elkaar
In deugd en eer,
En nu kent gij de liefde niet meer.
| |
[pagina 274]
| |
4
Jonkman, stort vrij al uwe klachten
Daarover heb ik er geen lust.
Daar staat een ander in mijn gedachten
Daarom laat mij met rust.
Steek vrij uw schuit weer van de kant:
Die andere minnaar ontvangt mijn hand.
Het is gedaan,
Nu kun je vrij naar een ander toegaan.
5
O meisjelief, mag ik u niet hebben,
Daar ik u zo teder bemin?
Veel liever wil ik de dood gaan sterven
Eer dat ik u stel uit mijn zin.
'k Schei liever van de wereld af,
Mag rusten in een duister graf.
O, wrede maagd,
Als gij u maar niet te laat beklaagt!
Dit lied werd gezongen door Harmke Staats-Dilling (1891-1972) te Stadskanaal. Zij werd geboren in Gasselte. Mevrouw Dilling kende vele liederen, hetgeen blijkt uit de brieven die zij ons schreef. | |