Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap
(1989)–A.J. Dekker, Marie van Dijk, Ernst Heins, Henk Kuijer– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 174]
| |||||||||||||||
27
| |||||||||||||||
ToelichtingIn het hier weergegeven lied van mevrouw Van der Laan wordt alleen de gebeurtenis verteld. Verschillend andere varianten bevatten bovendien strofen waarin de meisjes vermanend worden toegesproken of een dubbele moraal wordt gepreekt. Een voorbeeld hiervan treffen we ook aan in het liedschrift van L. Houtman (naar het handschrift te oordelen aan het begin van deze eeuw geschreven door een vrouw of meisje) uit de collectie van C. Bakker. De begin- en slotstrofen (inclusief de taal- en schrijffouten) van deze versie luiden als volgt: 1
Vertrouw toch lieve meisjes
Nooit te veel op uwe kracht
Want dikwijls kunt gij vallen
Eer gij het soms verwacht
2
Bedenk hoe zwak en teeder
Gij alle meisje zijt
Vertrouw toch nooit een jongeling
Die uw naar huis geleid
13
Bedenk toch leive meisjes
Wat ramp spoed of gij baart
En wanneer gij u vrijheid
Voor 't huwelijk niet heb bewaard
| |||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||
14
Kunt gij zoo lang niet wachten
Zijt gij de strekste niet
Kies dan vooral een plaastje
Waar uw dan neimand ziet. uit
| |||||||||||||||
Opname 16 mei 19541
En 't was al op een zondagavond,
Het was al in de maand van mei
Dat het lieve kind ging wandelen
Al met haar minnaar aan haar zij,
Dat het lieve kind ging wandelen
Al met haar minnaar aan haar zij.
2
En ze wandelden zo plezierig
Al de gehele singel rond
Totdat hij in de late avond
Dat meisje weer naar huis toe zond.
| |||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||
3
Maar ze kwamen al aan haar woning
Al waar haar lieve moeder woont
En ja hoe vurig kuste de jongeling
Het meisje ja al op haar mond.
4
Hij kust ja zij kust weder
En het meisje zeeg voor hem neer
En het arme kind dat zuchtte
Het is al voor de eerste keer.
5
En het maantje aan den hemel
En die zag het schouwspel aan
Maar daar waren nog twee andre ogen
Die het aanschouwden met de maan.
6
Maar het maantje dat kon wel zwijgen
Maar de mensen zwijgen niet
En des morgens wist een ieder
Al wat d'r 's avonds was geschied.
7
En na vele maanden veel rampen
Kwam hare moeder die 't er hoortGa naar voetnoot*
En ze raasde en zij tierde
Al de gehele dagen door.
8
En komt nu die arme jongeling
Ook al in de herberg hier
Ja, dan hoort men dikwijls fluisteren
Het was al voor de eerste keer.
Gezongen door Anja van der Laan-van der Wijk (1900-1960) te Hoogkerk, geboren in Noordbroek. | |||||||||||||||
Data en plaatsen van opname
| |||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||