Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap
(1989)–A.J. Dekker, Marie van Dijk, Ernst Heins, Henk Kuijer– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 113]
| |||
[pagina 114]
| |||
1
Ik vree laatst met een boerenmeisje,
Een boerenmeisje al uit een ander land.
Ik vree dat meisje al voor een reisjeGa naar margenoot*,
Zij gaf mij geld en goed al in mijn hand.
2
Mijn zoetelief kwam me eens te vragen
Of wij tezamen eens uit wandelen wilden gaan
Al langs moerassie en boschagie
Al waar die mooie schone bloemen staan.
3
Toen wij bij een boschagie kwamen
Al waar geen huis geen bloemetje meer stond,
Ik en mijn zoetelief tezamen
Zaten terneder op die harde grond.
4
Mijn zoetelief zonk in mijn armen
En ik kuste haar al op haar rozemond.
Ik dacht toen bij mijn eigen zelves
Dat er geen schoner op dees aard bestond.
5
Maar een paar rode kaken die mij goed smaken,
Zij smaken mij beter dan al die koele wijn.
Al die met ons plezier wil maken
Ja die moet zijn ja die moet wakker zijn.
| |||
[pagina 115]
| |||
De zanger van dit lied Cornelis Klop (1890-1977) te Hardinxsveld stamt uit een familie van vissers en griendhakkers. Ook zijn voorouders komen uit Hardinxsveld. In zijn jonge jaren viste hij op zalm, steur, finten (rivierharing) en spiering. Bij het zalmvissen werd bijvoorbeeld tijdens het uitzetten van de netten veel gezongen. Dit uitzetten gebeurde over de gehele breedte van de rivier door middel van een roeiboot. De zalmvissers moesten dan op elkaar wachten en kortten de tijd met het zingen van liederen. Toen de visserij niet meer lonend was, is hij overgestapt op de baggervloot waar hij uitvoerder werd. Met zijn baggermolen werkte hij op de Rijnvaart en op het IJsselmeer. In de tijd voor de inpoldering van het IJsselmeer moesten de havens worden uitgebaggerd. Hij werkte toen in Spakenburg, Huizen, Makkum, Hindelopen en andere plaatsen. Op de baggermolen werkten als regel zes man. Aan boord werd 's avonds veel gezongen. Op latere leeftijd heeft de heer Klop zich intensief beziggehouden met het verzamelen van liederen. In de huiselijke kring zong hij met de familie schoolliedjes. | |||
Data en plaatsen van opname
|