betrof, zij was reeds meermalen in opspraak geweest en de dood van dezen Rubens zou haar toch niet zuiveren van de leugens, waarmede zijn vijanden haar hadden bezoedeld. Zooeven, toen de kerel voor hem op de knieën lag en hem door onwaarheden van zijn onschuld trachtte te overtuigen, zou hij hem in een opwelling van drift en spijt hebben kunnen dooden. Duidelijk had hij gevoeld, dat er een enkel oogenblik geweest was, waarop hij hem het leven had kunnen benemen. Maar deze aanval van woede was snel voorbij gegaan en thans, nu hij rustiger geworden was, ondervond hij een gevoel van voldoening en verheugde het hem, dat hij dezen man niet tot slachtoffer gemaakt had van een opwelling van verbittering, waarvan deze Rubens niet alleen de oorzaak was.
De deur werd geopend en onhoorbaar trad de moeder van den prins het vertrek binnen. Zij was reeds tot bij de tafel genaderd, toen Oranje haar aanwezigheid bemerkte. Even keken moeder en zoon elkander aan en in beider blik was begrijpen en meegevoel.
- Een brief van zijn vrouw, Maria Pepeling, sprak zij, een opgevouwen blad papier op de tafel leggend. Zij smeekt om genade voor haar man.
Zonder hem te openen nam Oranje de brief op en liet zijn vingertoppen langs de vouw van het papier glijden.
- Een beklagenswaardige vrouw.
Oranje knikte bevestigend het hoofd en vroeg, wat de overige familieleden van het gebeurde zeiden.
- Men verwacht, dat ge den man aan den rechter zult overleveren.
- En gij, moeder?
Juliana legde haar handen op de schouders van haar zoon en terwijl zij hem aankeek, vulden haar oogen zich met tranen.
- Ik ben het met de anderen niet eens. Gij hebt het zwaar, mijn jongen, ik weet het, vervolgde zij. Maar ik