- Graag zou ik persoonlijk meer doen, maar het geld is op het oogenblik krap en ik heb in de laatste tijd groote verliezen geleden. Mijn pakhuizen in Antwerpen zijn gevuld met goederen, maar ik vrees, dat alles, zooals dit met het bezit van Perez gebeurd is, verbeurd verklaard zal worden.
- De kans daarop is zeker groot en het gevolg hiervan zou zijn, dat gij in de toekomst niet meer in staat zoudt zijn iets te doen.
- Maar de anderen, die hun bezit tijdig in veiligheid brachten?
- Van hen verwacht ik voorloopig niet veel. De berichten, welke ik zoowel uit Emden als uit Engeland ontvang, geven in dit opzicht niet veel hoop. Uit de Nederlanden hoor ik niets. Alles wijst er op, dat de kooplieden voorzichtig zijn en zich afzijdig houden.
- Wellicht zou dit veranderen, als uwe Hoogheid met duidelijke voorstellen kwam.
- Onmogelijk. De toestand is te onzeker om in te grijpen en bovendien ziet het er niet naar uit, dat wij op veel medewerking zouden kunnen rekenen, als wij de wapenen tegen Alva opnamen. In Frankrijk is het opnieuw tot strijd tusschen de Guises en de Hugenoten gekomen. Van deze kant hebben wij dus niets te verwachten. Hier in Duitschland heeft men mij te verstaan gegeven, dat men de vriendschap met Filips niet in gevaar zou willen brengen door mij hulp te verleenen.
- En de graaf van Brederode dan? Hij heeft reeds eenige vendels voetvolk geworven.
- Het zou de eerste maal niet zijn, dat Brederode's plannen door overijling mislukten. Reeds kreeg hij uit naam van den keizer van den landgraaf van Hessen en den hertog van Würtemberg een wenk, om de werving te staken.
- Moet ik uit dit alles besluiten, dat uwe Hoogheid mijn aanbod van de hand wijst?