vond, dat men hem een dergelijk onbeschaamd voorstel deed, had uit de hoogte geantwoord, dat hij zich voor illegaal geknoei niet leende en geweigerd de eenige in het land aanwezige copie ter vertooning vrij te geven. U zult wel van opvatting veranderen, als straks de nazi's uw deur intrappen, had Berger gezegd, maar dan zal het te laat zijn. Dokter Godschalk heeft het bij het rechte eind: deze Liga is een gevaar, had de voorzitter gedacht en hij had te kennen gegeven, dat het onderhoud geëindigd was. Het filiaal van Warner brothers te Parijs bezat nog een Fransche copie, maar deze zouden zij alleen onder goedkeuring en met medewerking van den Franschen gezant naar Nederland kunnen krijgen.
‘Monsieur le Ministre wenscht u te ontvangen.’
Zij volgden den bode naar boven, waar de gezant hen met een joviale handdruk ontving. Baron de Vitrolles was een man van in de zestig, gemoedelijk, traag en praatzaam, die meer de indruk maakte van een in goede doen gekomen reiziger in wijnen dan van een vertegenwoordiger van een der oudste en machtigste staten der wereld. De gerimpelde handen gezellig gevouwen boven zijn buikje, luisterde hij, soms even het hoofd knikkend, naar Berger's uiteenzetting.
‘Geen slecht plan,’ vond Zijne Excellentie, toen hij alles gehoord had, ‘maar is het werkelijk zoo'n mooie film?’
‘Meer dan mooi,’ antwoordde Tom. ‘Het is een indrukwekkende film.’
‘Zoo, zoo. Ik voor mij houd niet van film, een aardige comedie, een licht pikant blijspel.’
‘Ook voor Frankrijk kan het van nut zijn, dat de Nederlanders eens wat beter inzicht in de nazi-methodes krijgen.’
‘Och, dat geknoei van die Duitschers. Enfin, men zou zien...’
Maar de zaak was dringend, of Zijne Excellentie er spoed achter wilde zetten. Hoe eerder men de film had, hoe beter.
Zeker, zeker, dat begreep de gezant. Over een dag of veertien ging de chef van de propaganda-afdeeling naar Parijs en die kon deze affaire dan meteen even bespreken.
Veertien dagen, een eeuwigheid, dacht Berger en keek Tom beteekenisvol aan. Of het niet een beetje vlugger kon, waagde hij te vragen.
Monsieur le Ministre glimlachte, nam de huistelefoon en ontbood monsieur Garin. Ook monsieur Garin was een beminnelijk man, die welwillend luisterde, maar wiens gelaat een ernstige uitdrukking kreeg, toen hij hoorde waarom het ging.
Of het Zijne Excellentie bekend was, dat het hier ging om de vertooning van een film, die door de Nederlandsche autoriteiten