| |
| |
| |
9
Het duurde even voordat er antwoord op Brog's verzoek om inlichtingen kwam. Hij had zijn brief gezonden aan de burgemeester van R., het dorp waar het kasteel Groot Klingerden, volgens de mededelingen van zijn medium, lag of moest hebben gelegen. Het dorp bleek al jaren geleden door het nabij gelegen W. te zijn geannexeerd en zijn brief was met enige vertraging op het gemeentehuis van dit stadje aangekomen. Het antwoord viel beter uit dan hij had durven verwachten en bevestigde, op enkele onbetekenende kleinigheden na, alle door Sophie gegeven feiten en datums. Bijzonder waardevol vond Brog de mededeling van de gemeentesecretaris, dat van het jaren geleden afgebrande slot, alleen nog maar de ruïne bestond. Omdat de datum van de brand voor Sophie's geboorte viel, was de kans uitgesloten, dat zij Groot Klingerden in dit leven zou hebben gezien. De brief besloot met de mededeling, dat verdere informaties alleen tegen betaling zouden kunnen worden verstrekt, omdat daarvoor een tijdrovend onderzoek in de archieven nodig zou zijn.
Voorlopig konden zij met dit antwoord meer dan tevreden zijn. Het bewijs dat Sophie de waarheid gesproken had, was geleverd en dus konden zij de verdere mededelingen van hun gravin met vertrouwen tegemoet zien.
Sophie, die zich niet in het minst verwonderd toonde dat alles bleek te kloppen, stelde zich graag voor verdere experimenten
| |
| |
beschikbaar. Nu zij van haar zorgen voor Herder ontslagen was, had zij haar avonden weer vrij voor verdere ontdekkingstochten in haar vroeger leven.
- En moeten wij, nu alles bewezen is, gravin tegen je zeggen? had Brog op een toon, die schertsend bedoeld was, gevraagd.
- Doe niet zo gek, had zij geantwoord. Hij moest er toch wel iets van menen, al had hij het dan ook voor de grap gezegd. Een beetje eer kwam haar ook wel toe en het deed haar goed dat dit betoond werd door Brog, die beter dan wie ook wist wat zij waard was.
Sedert hij haar van haar hoofdpijn afgeholpen en binnengeleid had in de wereld der wonderen, waren zij vertrouwelijker met elkaar geworden. Na de ontdekking van haar mediamieke begaafdheid was deze vertrouwelijkheid in vriendschap overgegaan. Zonder het te hebben uitgesproken, voelden zij zich verbonden in een gemeenschappelijke taak, deelgenoten van een geheim verbond, waarvan Brog de leiding had. Zij was zijn rechterhand, zijn voornaamste helpster en alle anderen, Blieks niet uitgezonderd, kwamen pas na haar. Hun bondgenootschap was nu bekrachtigd geworden door een officiële met een wapen versierde brief, waarin de juistheid en de waarde van haar uitspraken werd erkend. Met die vervelende afspraak om te zwijgen was het nu afgelopen en Brog had haar zelfs een van de fotocopieën beloofd, die hij van de brief zou laten maken. Een prachtig stuk om afgunstigen en ongelovigen onder de neus te duwen. Zij trok zich niets van hun mening aan, maar het kon geen kwaad om de kwaadsprekers op hun nummer te zetten en de ongelovigen te overtuigen. Zij kon vooraf al lachen om het gezicht dat Mathilde trekken zou, als zij haar zwart op wit zou laten zien, dat zij vroeger gelijk had gehad toen zij gezegd had, dat zij uit ander hout dan de rest van de familie gesneden was. En dan dat prutsertje van een
| |
| |
Emmy, die zich heel wat verbeeldde, omdat zij op de spiritistische avonden zat door te zagen over haar scheepsramp waar zij niet uitkomen kon en het dan maar op een akkoordje gooide met spotgeesten, die haar dwars zaten. Meer dan alles echter, verheugde zij zich op haar volgende ontmoeting met David Gorris. Die jongen snapte er niets van en werd opgevreten door nieuwsgierigheid. Om zich er uit te redden, zei hij maar dat het allemaal flauwekul was, maar het liet hem niet met rust en hij begon er telkens opnieuw weer over. Begrijpelijk, dat hij zich na haar eerste toespelingen niet lekker voelde en haar voorzichtig probeerde uit te horen over Maria met haar dood kindje. Alsof dat mens en de hele geschiedenis van die miskraam haar nog interesseerde sedert de onthulling van haar adellijk verleden!
Zij hadden afgesproken, dat Brog op de volgende zitting zijn vragen zo zou kiezen, dat haar antwoorden materiaal voor een verder onderzoek konden opleveren. Men moest meer te weten trachten te komen over het leven van gravin Sophia, haar verwanten, de inrichting en bouw van het kasteel en zoveel mogelijk: gegevens verzamelen. die gecontroleerd konden worden. Allereerst moest onomstotelijk worden aangetoond, dat zij de echte, de reïncarnatie van gravin Sophia was. Daarna kon men dan aan de interessantste maar het moeilijkst te controleren periode van haar verleden, het verblijf in het hiernamaals beginnen.
Sophie vond het best. Brog had er verstand van en hij moest dus maar zeggen hoe hij het hebben wilde. Wat haar aanging, zou zij liever eerst aan het hiernamaals zijn begonnen. Nu het vast was komen te staan, dat zij een paar honderd jaar geleden al eens geleefd had, was het nieuwe en geheimzinnige er voor haar grotendeels af. Gravin Sophia was een soort familielid van haar geworden, een overleden tante of grootmoeder en het maakte niet veel verschil of zij over haar of over haar moeder of Mathil- | |
| |
de sprak. Van de geschiedenis was voldoende bekend, daarover bestonden volop boeken en schilderijen, maar van de dood, van die geheimzinnige, ontoegankelijke wereld aan de andere zijde van het graf, wist men niets. Het leek haar veel leuker om daarover onthullingen te doen. Wie weet, wat zij daar allemaal te zien en te beleven zou krijgen. Natuurlijk was het ook griezelig, maar dat trok haar juist aan, zoals je het, al was het dan met de angst in je lijf, niet nalaten kon om spooktenten op kermissen te betreden. Maar goed, als Brog meende dat het leven van de gravin eerst moest worden afgewerkt, dan kon hij zijn zin krijgen.
En op de eerstvolgende séance kreeg Brog zijn zin en zelfs meer dan hij gehoopt had. Twee geluidsbanden waren er voor nodig om alles wat zij vertelde, de niet te stuiten stroom van inlichtingen en bijzonderheden die over haar lippen vloeide, op te nemen. Het verleden gaf zijn geheimen prijs, de deuren van het arsenaal der geschiedenis werden wijd open geworpen, de schatten die daar eeuwen lang verborgen waren geweest, naar buiten, in het licht gedragen. Onbekende gebeurtenissen, lang vergeten namen, portretten van voorouders, zilveren kandelaars, kostbare gewaden en tapijten, wapenen, harnassen, keukengerei, kristal, goud en juwelen, edelstenen, bazuingeschal en krijgsrumoer, feestvreugde en verslagenheid, een verzonken wereld steeg omhoog uit de diepe bron van haar keel, kwam tot leven tussen haar lippen en trok af door de verchroomde trechter van de microfoon, die Brog haar voorhield. Twee uur nam de optocht in beslag en hij zou zeker nog langer hebben geduurd, als men over meer geluidsbanden zou hebben beschikt.
Fantastisch, dit is nog nooit vertoond, vond Brog. Er komt meer, nog veel meer, voorspelde Hips, die het weten kon, nu hij met haar horoscoop gereed was. De banden werden ten gehore gebracht op de spiritistische bijeenkomst. De bezoekers waren er
| |
| |
vol van en aan de séance kwam men niet toe. Emmy Brand, die zelf toch ook wel het een en ander presteerde, was er sprakeloos van. Dat je in trance zo veel en zo lang spreken kon. Pas later waagde zij het te vragen, of er geen vergissing in het spel kon zijn. Alsof er geen officiële brief bestond, waarin alles werd bevestigd. Alsof mijnheer Woelders, die als onderwijzer zijn geschiedenis toch heus wel kende, niet gezegd had, dat Sophie's beschrijvingen met de zeventiende eeuwse toestanden klopten. Hoe kon iemand uit deze tijd van electronen en kernenergie alles weten uit dat door kaarsen beschenen verleden, hoe kon een doodgewone vrouw, een werkster uit de twintigste eeuw, zo vertrouwd zijn met het leven van een gravin uit de zeventiende eeuw, als zij het niet zelf had meegemaakt?
Het nieuws van de merkwaardige wedergeboorte verspreidde zich snel, maar kwam aanvankelijk toch niet veel verder dan de kringen der spiritisten, de deelnemers aan de dansavondjes en de bezoekers van Het Kruispunt. Slechts weinigen kwamen ervan onder de indruk of stonden er langer bij stil dan bij soortgelijke, gewoonlijk in besluiteloos aarzelen tussen geloof en bespotting aangehoorde occulte verhalen. Een terugkeer uit het rijk van de dood was geen gebeurtenis om sterk de aandacht te trekken van mensen, die wonderen tot dagelijks speelgoed waren geworden. Behalve degenen die de brief van de gemeentesecretaris van W. hadden gezien of die het bestaan daarvan aannamen, waren er maar weinigen die het vreemde verhaal geloofden. De anderen liet het onverschillig of zij dreven er de spot mee.
Toen Mathilde van de groentehandelaar hoorde dat haar zuster een tot het leven teruggekeerde gravin zou zijn, dacht zij aan een grap en vroeg waar hij de nonsens vandaan haalde. Hij was het ermee eens dat het een krankzinnig verhaal was, maar de gekken waren de wereld niet uit en er waren mensen die het rots- | |
| |
vast geloofden. Zij moest het haar zuster maar eens vragen of aan Holmers, de boekhandelaar, van wie hij het gehoord had en die het fijne van de zaak wist.
Het liep nu toch wel de spuigaten uit met die ingebeelde idioot, zei Mathilde tot haar man. Ben je er niet trots op, dat je de zwager bent van een dooie gravin? Dat mens brengt ons in opspraak. Toen zij Sophie verzocht om tenminste de goede naam van haar familie te ontzien en zei dat zij niet begreep dat zij zich niet doodschaamde, toonde deze zich niet in het minst geraakt en antwoordde rustig, dat zij zich er niets van hoefde aan te trekken, omdat zeker geen sterveling het in zijn hoofd zou halen om Mathilde voor de zuster van een gravin te houden.
In Gorris' drogisterij werd veel over het geval gepraat. Het verveelde David niet om zijn relaas af te draaien en naar zichzelf te luisteren, als naar een bekende grammofoonplaat. Een deel van de verbazing, die de mensen toonden, incasseerde hij als zijn rechtmatig deel. Als Sophie's vriend, straalde ook op hem iets af van haar roem, die hij zo ijverig verbreidde. Behalve een aangename, hadden deze gesprekken ook nog een nuttige kant, omdat hij door de reacties der toehoorders leerde wat buitenstaanders van het geval dachten. Veel verder brachten deze lessen hem echter niet, omdat de meningen zo verdeeld waren. Ondanks alle bewijzen kwam hij niet over zijn twijfel heen en bleef hij besluiteloos snuffelen, als een speurhond die het spoor bijster is. Hij wist niet of hij zich voegen moest bij de bewonderaars of bij de spotters, niet alleen omdat het een kwestie van geloven of verwerpen was, maar ook omdat zijn vriendschap met Sophie op het spel stond. Als zij werkelijk een op een zonderlinge manier verdwaalde gravin was, dan zou het er best van kunnen komen, dat zij het beneden haar stand vond om nog langer met hem om te gaan.
| |
| |
Zij was nu al anders dan vroeger, nog wel vriendelijk, maar wat hooghartiger. Misschien vergiste hij zich, maar desondanks had hij momenten dat hij de gravin graag weer voor de werkster zou hebben geruild en er over dacht om de kant van de spotters te kiezen.
Zijn gesprek met de vertegenwoordiger van een grossier in chemicaliën verliep anders, dan met de vrouwen die voor zijn toonbank kwamen. Het was uitvoeriger en het ging wat dieper, er werden vragen gesteld en David kreeg allerlei over occulte verschijnselen te horen. De reiziger bleek lid te zijn van een vereniging, die zich met het bovennatuurlijke bezig hield. Hij vond het een bijzonder geval, vroeg het naadje van de kous en maakte aantekeningen. David antwoordde geduldig en nauwkeurig, maar ging niet zo ver om de adressen van Sophie en van Brog te verstrekken. Hij vond het best als de heren van die vereniging meereden in zijn wagentje, maar voelde er niets voor om het stuur uit handen te geven en er dan, als men hem niet meer nodig had, te worden uitgegooid.
De vertegenwoordiger zond het verslag van het gesprek aan het bestuur van zijn vereniging en door dit kanaal kwam het nieuws terecht in het stuwmeer, waarin alle occulte stromen en beekjes uit geheel het land samenvloeiden: het Instituut voor Parapsychologisch Onderzoek. De directeur van deze instelling, professor Henri Reydon, vond de aangelegenheid belangrijk genoeg om zich er zelf mee te bemoeien. Het gebeurde niet vaak dat hem een geval werd gerapporteerd, dat van voldoende betekenis was en aannemelijk genoeg scheen om er werk van te maken. De gesignaleerde parapsychologische verschijnselen waren maar zelden zo evident, dat er bewijsmateriaal in zat, terwijl veelbelovende gevallen vaak op bedrog of zelfbedrog bleken te berusten. Ook deze reïncarnatie-historie scheen hem niet veel zaaks
| |
| |
en hij zou er persoonlijk zeker geen werk van hebben gemaakt, als er in het rapport geen sprake zou zijn geweest van een officiële brief, waarin de mededelingen van het medium werden bevestigd. Als hij hier nu toch eens met een uitzondering te doen had, een miniscuul diamantje in de berg waardeloze glasscherven, een feit waarmee je, als beoefenaar van een te weinig ernstig genomen wetenschap, voor de dag kon komen? Hij moest niets hebben van de reïncarnatie, deed niet mee aan het spelletje der zielsverhuizing, het ganzebord met de put van de dood, waaruit je vroeger of later kon worden verlost. Er was dus een andere interpretatie nodig, maar dit hoefde niet te betekenen, dat het geval daardoor waardeloos zou worden. Er kon hier sprake zijn van clairvoyance, telepathie, precognatie of andere parapsychologische verschijnselen. En zelfs als dit niet het geval was en blijken zou dat alles op bedrog berustte, dat loonde het bij een zo geraffineerde opzet nog de moeite om dit aan het licht te brengen.
David Gorris was er zeker van onder de indruk, maar dit belette hem niet om de man met het grauwe sikje, verwarde hoofdhaar en verfomfaaid overhemd die voor zijn toonbank stond, critisch op te nemen. Door het visitekaartje met de vreemde woorden begreep hij, dat de bezoeker geen schoolmeester of kantoorfrik, maar een professor was. Een echte geleerde, vertelde hij later aan Sophie, een kop, die alles van spiritisme en hypnose wist en die Brog nog wel een lesje kon geven. Hij had lang met hem gesproken, hem van alles en nog wat gevraagd en gezegd, dat het van groot belang voor de wetenschap zou zijn, als alles grondig werd onderzocht. Hij meende dat zij samen wel eens naar die professor toe konden gaan. Zij moest maar zeggen hoe zij daarover dacht. Haar adres had hij niet gegeven, maar hij had afgesproken dat hij zou opbellen om een afspraak te maken.
Wat zij van zo'n stommiteit dacht? had zij gevraagd. Of hij
| |
| |
gek was! Zij snapte trouwens niet waarmee hij zich bemoeide.
Hij begreep haar boosheid niet, zag niet in dat hij iets verkeerds zou hebben gedaan. Er was immers niets gebeurd en als zij niet wilde, hoefde zij er niet op in te gaan.
Stel je voor, had zij verachtelijk glimlachend geantwoord. Zij kon het wel af zonder professoren en doktoren. Begrijpelijk dat die lui vriendelijk waren en hun best deden; zo'n interessant geval kwamen zij niet elke dag tegen. Maar wat schoot je er mee op? Je werd door die pottekijkers gebruikt en als ze je voldoende hadden uitgemolken, zetten ze je voor schandaal. Aan haar lijf geen polonaise, zij geen proef konijn!
Zoals zij verwacht had, bleek Leo het met haar eens te zijn. Natuurlijk moest zij uit handen blijven van die kerels, die er niets mee te maken hadden. Voor het overige vond hij Davids afspraak om op te bellen niet zo erg. Fen goede verstandhouding met de officiële wetenschap kon geen kwaad, mits het op een verstandige manier aangepakt en Sophie er buiten gelaten werd. Gorris moest hem het telefoonnummer maar geven, dan zou hij wel nagaan wat er verder gedaan moest worden.
Brog had minder bezwaren tegen de professor, dan hij Sophie had doen blijken. Hij was haar bijgevallen om haar gerust te stellen en te voorkomen dat haar vertrouwen in hem zou worden aangetast. Voor haar moest hij de eerste en zo mogelijk de enige blijven, de man die het wist en zonder wiens hulp zij tot niets in staat was, omdat hij de sleutel op de poort der wonderen bezat. Als hij maar de baas bleef en voorkwam dat anderen met haar experimenteerden, kon het contact met de mannen der wetenschap alleen maar voordeel opleveren. Geen onaardig succes voor een doodgewone jongen, als een professor met de hoed in zijn hand bij hem kwam aankloppen om zijn licht op te steken. De prof kon zijn zin krijgen, de firma verleende service, als me- | |
| |
neer maar vertelde wat het hem waard was. Geld was niet nodig, een paar woorden op officieel papier was voldoende.
Wetenschappelijke erkenning van de hypnotiseur Leo Brog. Daar zat iets in, al wist hij nog niet wat er uit te halen viel.
Professor Reydon verscheen in gezelschap van een juffrouw, die hij als zijn secretaresse voorstelde. Het was een regel aan zijn instituut, om van alle gesprekken die betrekking hadden op een onderzoek, een stenografisch verslag te maken. Brog vond dit een bedenkelijke en weinig sympathieke gewoonte, maar hij was gewaarschuwd en zou wel op zijn woorden passen. En als er dan toch een nauwkeurig verslag moest worden gemaakt, waarom gebeurde dit dan op zo'n ouderwetse en omslachtige manier, dacht hij, terwijl hij naar de secretaresse keek, die haar notitieblok en potloden klaar legde. Het zag er naar uit, dat hier zaken vielen te doen, want als iemand een bandrecorder broodnodig had, dan was het deze professor. Een aardig meevallertje, waaraan waarschijnlijk ook nog wel een extra provisie vastzat, omdat zo'n instituut best contant kon betalen. Het vooruitzicht op dit buitenkansje nam hem meer in beslag dan de gedachte aan officiële erkenning, de koopman won het van de metafysikus, toen hij besloot om het apparaat, dat hij toch nodig had, meteen maar voor de dag te halen.
- Wij maken zo'n verslag anders, met minder moeite en nauwkeuriger, zei hij, het deksel open klappend. Met alle respect voor het werk van de juffrouw, maar een bandrecorder doet het beter. Dit is een apparaat, dat je nooit in de steek laat, Amerikaans fabrikaat, natuurgetrouwe weergave, onverwoestbaar en gemakkelijk te bedienen. En de prijs behoeft geen bezwaar te zijn.
Als meneer een ogenblikje geduld wilde hebben, dan zou hij even een prospectus uit zijn tas halen.
In een bescheiden poging om Brog's woordenvloed te stuiten,
| |
| |
waagde de professor het op te merken, dat hij eigenlijk toch voor een andere aangelegenheid hier gekomen was.
- Vanzelfsprekend en dat komt ook, klonk Brog's bemoedigende belofte. Wij hebben dat ding er toch bij nodig. Alles wat het medium gezegd heeft, staat op de band.
Het boekje werd er bij gehaald en het occultisme kreeg geen kans, voordat de professor zich de bijzondere voordelen van het apparaat had laten uitleggen. Volgens de gewone gang van zaken wilde Reydon nu met zijn systematische ondervraging beginnen, maar Brog wist het door te zetten, dat ter inleiding de opname van zijn eerste gesprek met het medium ten gehore zou worden gebracht. Door deze inzet kon hij zijn bezoekers aan het verstand brengen dat zij niet te doen hadden met een beunhaas, maar met iemand die wist wat hypnose was, terwijl zij zich gelijktijdig van de kwaliteit en het nut van zijn bandrecorder konden overtuigen. Een demonstratie, die, als zij slaagde, dubbel voordeel kon opleveren: de provisie op het apparaat en een officiële erkenning.
Het afdraaien van de eerste opname duurde bijna een uur en werd door de toehoorders geen enkele keer onderbroken.
- Dat is het dan, zei hij op een toon van zelfvertrouwen, alsof hij een goed pleidooi in een strafzaak gehouden had.
- Zeer bijzonder, vond de professor. Hij stelde enige vragen, die vlot en zonder terughoudendheid werden beantwoord en kreeg, op zijn verzoek, een kopie van de brief. Zijn onderzoek verliep bevredigend en gaf hem de indruk, dat het geval wel waard was om er verder op in te gaan. Deze voortgang bleek echter op moeilijkheden te stuiten, toen Brog zijn wens om met het medium in contact te komen, van de hand wees. Hij hoopte, dat de professor hem goed begreep en geen onwil of wantrouwen in zijn weigering zag. Hij wilde alle medewerking verlenen en de
| |
| |
wetenschap graag van dienst zijn, maar hij moest dit zo doen, dat hij geen gevaar liep de zaak te verknoeien. Hij kende zijn medium door en door en als hij zei, dat het een overgevoelige vrouw was, die gemakkelijk van de wijs kon worden gebracht, dan kon de professor er van op aan, dat hij zich niet vergiste. Voorlopig dus geen ondervragingen en geen experimenten met vreemden. Later, als hij haar voorbereid en zij ingezien had, dat de heren van het instituut haar goed gezind waren, kon men wel verder zien. Op zijn hulp kon men rekenen.
De professor bleek begrip voor deze bezwaren te hebben. Een andere kwestie echter, waar het medium buiten gelaten kon worden: als meneer hem die geluidsbanden eens een poosje te leen gaf. Hij kon ze dan aan collega's laten horen en zelf ook alles nog eens rustig doornemen.
Het speet Brog opnieuw, maar die opnamen kon hij niet uit handen geven, zelfs niet tijdelijk.
- Maar ik geloof, dat ik u toch wel helpen kan, vervolgde hij. Er kunnen kopieën van die banden worden gemaakt, dat kost geen kapitaal. Maar wat hebt u aan banden zonder een apparaat? vroeg hij.
- Daaraan heb ik al gedacht, antwoordde Reydon. Een kennis van mij heeft zo'n machine.
Brog tikte met zijn wijsvinger bezwerend op het prospectus. Hier was de oplossing: betaling desverlangd in twaalf maandelijkse termijnen.
- Later misschien. Het budget van ons instituut is niet zo ruim. Laten wij in ieder geval afspreken, dat die kopieën voor mijn rekening worden gemaakt.
Het begin is er, dacht Leo, toen hij zijn bezoekers uitgeleide deed. Hij kon tevreden zijn.
|
|