| |
| |
| |
7
Het had Brog niet veel moeite gekost om Sophie's medewerking voor zijn hypnotisch experiment te krijgen. Na overleg met Blieks had hij besloten om de proef niet op een gewone spiritistische bijeenkomst te nemen. Geen toekijkers, had hij gezegd, zij moet de volle kans hebben en zich ongehinderd kunnen uiten. Hij moest zich al heel erg vergissen wanneer er, als alles goed ging, niet iets bijzonders voor de dag kwam. Een vrouw met zoveel mediamieke aanleg! Vertel mij wat, had Hips geantwoord, haar horoscoop zit barstend vol met bijzondere aspecten. Zij zouden er van opkijken als hij klaar was. Ik heb geen horoscoop nodig om te weten wat voor vlees ik in de kuip heb, had Brog, die niets van astrologie wist, gezegd. Het liefst zou hij het ook zonder Blieks hebben gedaan, maar hij had hem nodig, niet voor het maken van aantekeningen, zoals hij dit gewoonlijk op spiritistische avonden deed, maar om hem te helpen bij het maken van een woordelijk en natuurgetrouw verslag. Dit zou moeten gebeuren door middel van een band-opname-apparaat, een demonstratietoestel, dat hij in bruikleen had van de radiofirma, waarvoor hij werkte. Het was een kostbare machine, die men zeker niet in zijn bezit zou hebben gelaten, als hij niet het buitenkansje zou hebben gehad er in korte tijd twee van te verkopen. Een had hij geleverd aan Betlem, die zich na lang gepraat en ettelijke rondjes had laten overhalen het afbetalingscontract te ondertekenen. Wat de doorslag gegeven had was niet in de eer- | |
| |
ste plaats de mogelijkheid om hele radioprogramma's op te nemen, die dan telkens weer opnieuw en zonder dat je er een hand voor uitstak konden worden afgedraaid, maar de ontdekking dat hij met behulp van dat ding zijn klanten van een stuk verveling kon af helpen, waardoor zij langer bleven plakken en meer verteerden. Je stelde de microfoon maar verdekt op en schakelde de motor in en dan kwam alles vanzelf in de bus. De jongens stonden paf als zij even later hun gesprek opnieuw te horen kregen, luisterden lachend en met rode koppen en verkneuterden zich als iemand zich versprak, een stommiteit zei of zijn eigen stem niet herkende. Sommigen waren er niet over te spreken, voelden zich zonder het onder woorden te kunnen brengen, in hun intimiteit bedreigd, maar werden uitgelachen door de meerderheid, die zich amuseerde. Je moest je toch niet zo druk maken om een onschuldig lolletje!
Ook Brog had plezier in het dure, glanzende stuk speelgoed. Hij had allerlei geluiden opgenomen, voor de microfoon gesproken en gezongen en zo lang met knoppen en schakelaars gemanipuleerd, dat hij alle kneepjes en foefjes kende. Reusachtig voor de scéances, heel wat beter dan schrijven. Dat ding maakte alles nog interessanter en echter, alsof er, behalve door het medium, door deze geluidloos draaiende spoelen en zwak gloeiende lampjes, nog een extra verbinding met die onbekende wereld bestond.
Toen Sophie binnen kwam, was alles klaar, zodat zij meteen konden beginnen. Het viel haar tegen dat Hips er ook was. Eerst had zij het vervelend gevonden, dat er niemand bij zou zijn, maar nadat Brog het haar had uitgelegd, had zij er in toegestemd. Bij nader inzien had zij het wel prettig gevonden, dat zij met hem alleen zou zijn. En nu bleek die onvermijdelijke Blieks er toch weer aan te pas zullen komen. Brog zei, dat er een derde man nodig was om elk door haar gesproken woord vast te leggen.
| |
| |
- Als alles goed gaat, draaien wij de band straks nog eens af. Dan ben jij misschien het eerste medium, dat zichzelf kan horen. Zij moest nu in een gemakkelijke houding op de divan gaan liggen, alleen maar doen wat hij verlangde en zich er vooral niet tegen verzetten, als zij voelde dat zij in slaap zou vallen. En nu eerst maar een beetje muziek, je lievelingsplaat, besloot hij.
Blieks had de grammofoon al ingeschakeld en de klanken van Ave Maria no moro overspoelden haar. Het was alsof de muziek naar buiten stroomde door de plotseling geopende ingang van een kerk, die zij op een stille avond passeerde.
- Rustig en kalm, hoorde zij een stem, die uit de verte, van het met kaarsen verlichte altaar scheen te komen.
Er werd een dodenmis in de kerk gehouden en Brog, die met zegenende handen voor haar stond, was de priester. Voor het altaar, op de top van een berg van bloemen, stond de kist, waarin Sophie, de gestorven gravin, lag.
- Nu ga je slapen, zei de priester, en de dode in de kist knikte.
Van de slaperigheid, die volgens Brog zou komen, bespeurde zij nog niets, maar er gebeurde iets anders met haar, dat een gevolg van de hypnose moest zijn. Zij zag zich verdubbeld, gesplitst in een tegenwoordige en een vroegere Sophie, twee beelden, soms afzonderlijk en soms gelijktijdig, als door een draaiend prisma. Zij wist dat zij nog wakker was en op de divan lag en dat zij haar ogen maar had open te doen, om het blauwe lampje te zien, waaronder Blieks, de misdienaar, tussen twee dozen met knopjes en draden zat. Maar zij lag hier ook als gravin Sophie in haar doodkist. Nu zong het koor en de mensen snikten, omdat die goede gravin gestorven was. Toch benieuwd of Maria met haar dood kindje nog verschijnen zou.
- Nu slaap je, zei de priester en het koor herhaalde het zingend: nu slaapt zij.
| |
| |
- Ik slaap, fluisterde zij, maar zij wist dat er iets anders met haar gebeurde, dat zij een wakende dode was, die haar eigen begrafenis bijwoonde. Zij probeerde te spreken, te zeggen wat er met haar aan de hand was, maar zij kon geen woord meer uitbrengen. Haar stembanden schenen verlamd als in een droom, waarin je schreeuwt, zonder dat een klank over je lippen komt. Het altaar verdween in een nevel, die zich verdichtte tot precies zo'n wolk als waaruit Maria te voorschijn gekomen was. Maar inplaats van Maria verscheen zij zelf. Zij droeg haar nieuwe nylon blouse, die ruimer geworden en veranderd was in een statige japon met diepe plooien. Daar stond zij met opgeheven wenkende hand en daar lag zij in de kist en keek zichzelf aan. Lang, heel lang is het geleden, dacht zij en onmiddellijk daarop, alsof die andere Sophie haar gedachten geraden had, hoorde zij zichzelf zeggen:
- In het jaar zestien honderd achtenveertig.
Brog richtte zich op uit zijn gebogen houding en strekte zijn hand uit naar Blieks. - Vlug, inschakelen, opnemen! Zij begint!
Hij schoof een stoel naar de divan toe, ging naast haar zitten en hield haar de microfoon voor.
- Kunt u spreken? vroeg hij.
- Ja, klonk het zwak.
- Kunt u ons zeggen wie u bent?
- Sophia, de gravin.
- Welke gravin?
- Van Rimhagen en Blauwvelden.
Brog legde de microfoon neer. Met zijn handen op zijn knieën steunend, boog hij zich opnieuw tot haar over, keek haar opmerkzaam aan en draaide toen zijn hoofd langzaam om naar Blieks. Er was afgesproken dat zij niet zouden praten zolang de band-recorder aanstond en daarom moesten zij volstaan met blikken en gebaren om aan hun blijdschap en verrassing uiting te ge- | |
| |
ven. Hij had wel kunnen zingen van vreugde, maar omdat dit niet ging, zwaaide hij maar met zijn vuisten, alsof hij de maat sloeg voor een onzichtbaar en onhoorbaar orkest. Een zeer bijzondere geest, stokoud en voornaam. En die duidelijke en zonder aarzeling gegeven antwoorden. Zoiets had hij nog nooit meegemaakt. Wat een geluk dat hij haar ontdekt had. Sophia, herhaalde hij nadenkend, dat was ook haar naam, die van het medium, dat verschilde maar één letter.
- Uw naam is toch Sophia en niet Sophie? vroeg hij.
- Nu heet ik Sophie, maar in mijn vroeger leven was mijn naam Sophia.
- Verkeert u nu dan weer onder de levenden?
- Ik ben nu Sophie Klint.
- Het medium zelf?
- Ja.
- Dat is sterk, heel merkwaardig, zei hij met een hoofdknikje naar Hips. Maar Sophie, vervolgde hij op een meer vertrouwelijke toon, dan kennen wij elkaar toch goed en dan kunnen wij gewoon en ronduit met elkaar praten. Je bent toch wel diep in slaap?
Hij drukte een van haar oogleden omhoog en constateerde gerustgesteld, dat de pupil verdraaid en alleen het oogwit zichtbaar was.
- Zou je ons iets uit je vroegere leven willen vertellen, bijvoorbeeld wanneer je geboren bent?
- Op de twaalfde maart zestien honderd acht en veertig luidde, het prompt en duidelijk gegeven antwoord.
- En wanneer ben je overgegaan?
- Op school?
Na deze, aarzelend uitgesproken woorden, bleven haar lippen bewegen. Zij scheen hem niet begrepen te hebben.
| |
| |
- Ik bedoel wanneer je gestorven bent, verduidelijkte hij.
- In zestien honderd drie en tachtig.
- Toen was je dus nog geen veertig jaar?
- Ja.
- En waaraan ben je gestorven?
- Miskraam.
- Zielig en zo jong, mompelde hij.
Hij gaf Blieks het teken om uit te schakelen, zuchtte diep en veegde het zweet van zijn voorhoofd.
- Het is geweldig. Heb jij ooit zoiets meegemaakt?
Neen, dat had Hips niet. Het was reusachtig en zo spannend, dat hij het ervan in zijn buik gekregen had. Gelukkig was er nu even pauze, zodat hij de kamer verlaten kon.
Brog maakte van zijn afwezigheid gebruik om na te denken en zich af te vragen wat er verder gebeuren moest. Hij had wel het een en ander meegemaakt, maar wat hij hier te horen kreeg, was weinig minder dan een openbaring. Hij keek vertederd naar het medium, dat volkomen rustig was en blijkbaar diep in trance verkeerde. Als er geen spotgeeest tussen zat en alles klopte, dan stond het als een paal boven water, dat dit een geval van reïncarnatie was en dat hij een goudader in de woestijn van het bovennatuurlijke ontdekt had. Nogal niks: een doodgewone werkster, die een paar honderd jaar geleden als gravin geleefd had. Ongelooflijk, maar juist daarom zo mooi en overtuigend als het waar bleek te zijn. Voornaamheid en nederigheid, rijkdom en armoe wisselden elkaar af, zoals eb en vloed, zoals licht en duisternis. Zo ging het in de natuur, zo ging het in het leven en zo ging het ook in de dood. Hij nam zich voor om zijn volgende vragen zo te kiezen, dat de daarop gegeven antwoorden nagegaan konden worden. Met een gewoon mens zou dit haast niet mogelijk zijn geweest, maar een gravin verdween niet zo maar uit de geschie- | |
| |
denis, zonder sporen achter te laten. Wat een bof, dat hij op de inval gekomen was om alles op de band vast te leggen!
Toen Blieks terug kwam, had hij zijn lijstje met vragen klaar. De namen van de man en de ouders van de gravin, de plaats waar zij gewoond had en gestorven was, bijzonderheden betreffende haar levensomstandigheden. Als zij doorging zoals zij begonnen was, dan zouden zij op deze manier een aantal antwoorden krijgen, dat waarschijnlijk wel gecontroleerd kon worden.
Het experiment werd hervat en op zijn eerste vraag kwam al dadelijk een antwoord, dat goede aanknopingspunten voor verdere informaties bood. Sophie vertelde niet alleen dat zij op het kasteel Groot Klingerden gewoond had, maar zei ook waar dit gelegen had en gaf bijzonderheden over de bouw en inrichting. Alles was van een nauwkeurigheid en duidelijkheid, alsof zij de vorige nacht nog in haar met bazuinengeltjes en druiventrossen versierd bed geslapen had. Er zou zeker nog wel meer voor de dag zijn gekomen, als zij de ondervraging niet hadden moeten staken, omdat het uur verstreken en de band van de recorder afgelopen was. Maar het was voor een eerste keer voldoende en men kon tevreden zijn, vond Brog. Blieks moest de spoel maar terugdraaien, dan zou hij onderwijl het medium wakker maken.
Zij moest diep hebben geslapen, want het kostte hem nogal wat moeite om haar weer tot bewustzijn te brengen. Zijn eerste pogingen bleven zonder het minste effect en hij begon zich al af te vragen of er iets niet in orde was, toen lichte trekkingen van haar aangezichtsspieren het naderend ontwaken aankondigden. Zelfs toen zij haar ogen geopend had en afwezig voor zich heen staarde, ging er nog enige tijd voorbij voordat het tot haar doorgedrongen was wat er met haar was gebeurd en zij in staat was een gesprek te voeren. Sophia, een gravin uit de zeventiende eeuw? Zij wist zich niets te herinneren, glimlachte geamuseerd en
| |
| |
zei dat zij het niet geloofde. Dan zou men haar wel even wegwijs maken, met bewijzen komen en de geluidsband afdraaien. Zij luisterde verbaasd, kwam meer en meer onder de indruk en toen het verslag ten einde was, bleef zij met haar handen in haar schoot zwijgend zitten.
- En, vroeg Brog, wat zegt mevrouw de gravin er van?
- Hoe bestaat het! mompelde zij.
Dat zij een gravin geweest was, verbaasde Blieks niet, omdat hij in haar horoscoop al aanwijzingen voor haar adellijke afkomst had aangetroffen. Zij had trouwens toch zoiets over zich.
- Dat zeggen ze meer, antwoordde zij peinzend. Als kind was ik al anders en vaak heb ik gedacht, dat er iets bijzonders met mij aan de hand moest zijn. Maar dit. Wat zullen de mensen wel zeggen!
- Geen mensen, mond houden, haastte Brog zich te zeggen. Geen woord met anderen er over, voordat men haar mededelingen onderzocht had en bewijzen kon dat zij op waarheid berustten. Voor hem was het een uitgemaakte zaak, hij twijfelde geen ogenblik, maar de spotters moesten overtuigd, met de bewijzen om de oren geslagen worden.
- Waarom zou ik mijn mond moeten houden? vroeg zij. Wat kan het ons schelen? Jij weet het en als jij zegt dat het in orde is, dan laten de mensen mij koud.
- Maar het is nog niet in orde en daarom moet je nog even je mond houden, waarschuwde hij. Ik koop er nog een paar spoelen bij en dan gaan wij opnieuw aan de gang. Onderwijl kunnen wij dan ook informaties inwinnen.
Zij liet zich tenslotte overtuigen en beloofde te zullen wachten, als hij niet bij de politie om inlichtingen aankloppen zou.
- Politie? vroeg hij lachend. Wat heeft die er nu mee te maken?
- Ik weet 't niet, maar ik heb nu eenmaal het land aan die kerels.
| |
| |
Het zwijgen viel haar niet gemakkelijk, maar het gelukte haar toch om zich aan de afspraak te houden. Door haar vertrouwelijke mededeling aan David Gorris, dat zij eigenlijk Sophia heette en van adellijke afkomst was, schond zij haar belofte niet, omdat zij zei dat zij het gedroomd had.
|
|