schijnlijk tenminste, luidde zijn diagnose. Volstrekte zekerheid heb je nooit, maar in gevallen als deze, bedriegen mijn vingers mij zelden.
Het was hem al opgevallen dat Drewes zeer beweeglijke en gevoelige handen had. Zijn vingers waren als zelfstandige, denkende wezens, die reeds schenen te voelen voordat zij iets aanraakten.
- Al wonderlijk genoeg, dat je alleen door voelen zoiets constateren kunt, zei hij.
- Niet alleen voelen, maar toch helpt het je wel. De tastzin is bij de meeste mensen slecht ontwikkeld, nogal verwaarloosd. Alleen blinden weten er gebruik van te maken. Maar ook dit blijft een gebrekkig hulpmiddel, dat je niet veel verder brengt dan de buitenkant. Hippocrates wist het al. Die schudde zijn patiënten heen en weer en drukte dan zijn oor tegen hun lichaam, om na te gaan of er van binnen iets rammelde of klotste. Een gesloten doos met een gecompliceerde inhoud, vervolgde hij, terwijl hij de dop van zijn vulpen schroefde. Het blijft moeilijk om er achter te komen wat daar binnen gebeurt, ook voor de arts van onze tijd, die over betere methoden en middelen voor inwendig onderzoek beschikt.
Hij schreef een recept en legde het op het nachtkastje.
- Een poosje rust en voorlopig alleen vruchtensap gebruiken. Als de ontsteking genezen is, zullen wij wel verder zien. Heb je eigenlijk iemand die je verzorgt?
Herder antwoordde, dat Sophie hem wel wat hielp.
Drewes keek de kamer rond.
- Jij leeft hier maar alleen. Wel rustig, maar...
- Wel eens moeilijk uit te houden, maakte Frans de afgebroken zin af.
- Heb je geen familie hier in de stad?
- Niemand. Mijn dochter zit in Venezuela, waar haar man in-