Christelijke gezangen en liederen
(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij
[Folio F8v]
| |
ten iets van ’t zijn’ ontrooven.
Schoon zelfs, ’t geen andren toebehoort,
Uw drift ontvlamt, uw oog bekoort. –
Rechtvaardigheid! uw pligt drijft boven.
2 Een talrijk huisgezin vergaat,
Daar neering, handwerk stille staat,
Van honger; voelt zijn’ moed bezwijken,
Het goud zijn’s naastens lacht het aan,
Maar eerder wil ’t van zorg vergaan,
Dan onrechtvaardig zich verrijken.
3 De loosheid, die zich zelf bedriegt,
’t Geweeten in een’ doodslaap wiegt,
Bestuurt de baatzucht in haar’ handel:
Zij sluikt, zij steelt, haar voorspoed groeit
Maar gij, Rechtvaardigheid! verfoeit
Dien voorspoed en dien boozen wandel.
4 Laat, door gewoonte niet verleid,
De
| |
[Folio F9r]
| |
steun eens Staats, strikt’ Eerlijkheid
Steeds onze Broederschap vereeren!
‘Gij zult, (voor ons ook geldt de wet
Door God, bij Moses vastgezet)
Uws Naastens goedren niet begeeren!’
|
|