Christelijke gezangen en liederen
(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij
[Folio E10r]
| |
Hoe waardig, eeuwig weldoend Wezen!
Verschijnt Gij daar aan ons verstand?
Daar wekt Gij ons tot needrig vreezen,
Dat all’ oneedle vrees verbant.
3 ô Dierbaar Heilwoord! hoe uitsteekend,
Hoe voor den zwakken mensch berekend,
Hoe troostvol en hoe naauw gezet,
Hoe klaar, hoe treffend, afgetekend
Is niet uw Zedelijke Wet?
4 Wat schenkt g’, in ’t ijvrig pligtbetrachten,
Aan onzen wanklen wil al kragten?
Wat troost hebt gij ons hier bereid?
Wat doet gij ons al Heil verwagten
In d’ onnadenkbaar’ Eeuwigheid?
5 De hoogmoed moog dit Heilwoord hoonen,
Wij zullen ’t onzen eerbied toonen.
’t Ligtzinnig ongeloof ten trotsch.
| |
[Folio E10v]
| |
Laat, Christnen! ’t rijklijk in ons woonen:
Het is de Kragt en Wijsheid Gods.
|
|