Christelijke gezangen en liederen
(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst– Auteursrechtvrij
[Folio E8r]
| |
zij Uw naam in ’t openbaar gepreezen.
’t Veréénd gebed brengt heilgen eerbied voort;
’t Veréénd gezang der dankbre Christenschaar,
Zo eens van hart als van geloov’ en stem,
Verheft den geest, en geeft de Godsvrugt klem.
’t Hart, dat U eert, prijst U in ’t Openbaar.
2 Of zou aan ons die eeredienst niet betaamen;
Of zouden wij, zo nietig zwak en broos,
Door waan verblind, ons deezen Eerdienst schaamen.
Neen, Heer! ons hart, dat U ten deel verkoos,
Verheft Uw’ naam. ’t Brengt U, nooit weldoens moê,
Die onze God en onze Vader zijt,
In dit gebouw, aan Uwen dienst gewijd,
In ’t Openbaar, met blijdschap, hulde toe.
3 Geef, God! wiens naam w’in ’t Openbaar verhoogen,
Dat steeds die huld’ aan ons geoorloofd zij;
Dat w’ openbaar U altijd dienen mo-
| |
[Folio E8v]
| |
gen.
Die dienst staa steeds, alom, aan allen vrij.
Ei dat ons hart altijd die gunst waardeer’!
Dat wij niet slaafs, maar vrij, ten tempel treên;
Verzaamlen w’ ons Godvrugtig, vaak bij één,
En ’t bedehuis weêrgalme t’ Uwer eer.
|
|