kamer spraken we er over hoe wij ons voorstelden, dat verder alles gaan zou.
- We moeten het zóó zien te regelen, dat we er met Sinterklaas, Kerstmis, Nieuwjaar en Carnaval nog in zijn, om de goede verdiensten niet te missen. We moeten het zóó zien te regelen, dat we hierboven kunnen blijven wonen, totdat we een huis gekocht hebben, dat ons aanstaat.
- En nu moet ik jullie nòg eens wat zeggen, zei mijn moeder: 't is het allerbeste, dat we er vooruit met niemand over spreken.
- Jij niet met je vrienden, zei mijn jongste broer.
- Jìj niet tegen de kamerklanten, zei mijn oudste broer.
- En U niet tegen Evermans of de Belgen, zeiden de jongens tegelijk tegen moeder.
- En jìj niet tegen de plakpleisters, zei moeder weer tegen mij.
Neen! Dat zullen we zeer zeker niet doen, want we willen er plezier van heb-