sez moi le journal’, het gillen van Chimar's Marcelle en we voelden het volkomen stilzwijgen van de spionnen.
- Waarom gaat U niet meekaarten? vroeg mijn jongste broer aan moeder, toen hij zag, dat ze zich liederlijk verveelde. U loopt U zelf voor de voeten hier op dat bovenhuis.
- Hou je mond, kwajongen! zei moeder net even vóór Van den Heuvel binnen kwam.
- Eh bien, madame, descendez, zei hij. Jouez avec nous une partie de Whiste, nous vous serons très obligés.
Toen moeder met een hooge vriendelijke stem wilde antwoorden:
- Mais si monsieur Van den Heuvel, avec beaucoup de plaisir! zei hij:
- Vous savez, il nous manque un quatrième.
Haar stem was een beetje gevoileerd, toen ze antwoordde:
- Je regrette beaucoup, monsieur, mais je n'ai pas le temps.
Den volgenden dag is het serieuze zoe-