Dat is ie nou niet meer. Maar m'n zoon was ie, is ie en 't beroerdste komt nog: hij blijft 't.
- Ja Neel, begint de gele Goossens weer, dat kan wel, maar je brengt je zelf van je apropos af.
- Hou jij je nou maar bij je klewang, meent Neel. Van m'n Chris kan je me toch niet afhelpen. O zoo!
- Dat weet ik nog zoo net niet, zegt Goossens, stuur hem es 'n paar jaartjes naar Indië. Je weet 't! Naar de Oost geweest en nie gek.
- Schei uit! roept Neel. Na een paar jaartjes in Indië is mijn Chris wèl gek.
- En toch zit er wat in die Chris, zegt de doove Krijns, die eigenlijk niets hoort.
- Wat bedoel je? vraagt Neel.
- Zòò maar, zegt Krijns.
- Ik merk er niet veel van, zegt Neel, tenminste als je dàt bedoelt, wat ik bedoel.
- Nee, daar heb je gelijk in, vindt Krijns, maar wat bedoel je eigenlijk?
- Ik bedoel, zegt Neel, ik wil alleen