Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen(1702)–Jeremias de Decker– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Op de historie Van Quintus Curtius, Van 't leven en bedrijf van Alexander den Grooten. GEluckig Jongeling, die 't puyckstuck der Poëten Ontmoet hebt, om uwe eer te dragen wijd en zijd: Riep Alexander uyt genoopt van schoonen nyd, En van eergierigheyd tot rasens toe beseten, Op 't graf van Thetis Soon. Maer had hy doen geweten, Dat eens een Quintus noch met soo geleerden vlijt, En soo veel eeuwen lang na sijnes levenstijd Sijn Leven en bedrijf sou hebben uytgemeten: Hy had aldus gesegt: hoewel de Blindeman Den Lof des Peleaens soo hoog treckt als hy kan, En op sijn' vaersen doet door ieders ooren sweven: Dees vrye stijl nochtans heeft vry wat meer om 't lijf. 't Vernoegt my meer als wel mijn Leven en bedrijf Soo levendig te sien in Curtius herleven. Vorige Volgende