| |
| |
| |
Tweede bedrijf
Vijfde tafereel.
Alleen de voorgrond van het toneel is zichtbaar. Wij bevinden ons weer in de cipressenlaan in het kerkhof van Toledo. Het is een mooie lentedag. De page in het groen staat er lenteliederen te zingen. De oude kerkhofbewaker luistert aandachtig toe, maar meent dan te moeten ingrijpen.
Hoor eens, jongeman, het is geen gewoonte, dat er op het kerkhof gezongen wordt anders dan bij plechtige gelegenheden onder leiding van de daartoe bevoegde autoriteiten.
Ik zing ook niet, omdat ik op het kerkhof ben, maar omdat het lente is en de bloemen bloeien.
Toch is het verboden hier op zo spontane wijze lucht te geven aan zijn opwellingen. Maar hoor 'ns jongeman, heb ik u niet al eens eerder gezien?
Zonder twijfel kent u mij. Ik ben u veel dank verschuldigd.
Dank verschuldigd? U hoort toch niet tot de doden? Alleen de doden plegen in stille regenachtige dagen hun dank uit te spreken. Hun gemurmel is duidelijk hoorbaar tussen het geruis en gedruis van de regen.
Neen, ik ben u veel dank verschuldigd, veel dank verschuldigd. U heeft mij de weg gewezen om iets bijzonders te zien in Spanje.
Iets bijzonders? Het hele leven is bijzonder. Het zal elders niet anders zijn dan in Spanje.
U heeft mij de weg gewezen naar de pavane van de dode Infanta.
O ja, o ja, mijn kleine page in het groen. Ken
| |
| |
je de hertog van Talavera? Ben je van adellijke bloede? Heeft de hertogin van hoe-heet-het-mens-ook-weer je geholpen?
Luister, oude don Pedro...
Kijk 'ns, hij heeft zich al ingeburgerd. Hij kent mijn naam. Hij noemt mij oude don Pedro. Het is bijna goed. Ik heet de oude don Pablo. In mijn jeugd noemden zij mij don Bizcot vanwege mijn ogen die niet beide dezelfde kant uitkeken.
Hoe bent u dan genezen, don Pablo?
Door een veel voorkomend wonder. Ja, het is een weldoend wonder dat veel voorkomt. De jaren hebben zoveel gebreken aan mijn loense blik toegevoegd, kromme benen, stijve nek, tandeloze kaken en holle wangen, dat een afwijking meer of minder niet meer opvalt.
Luister hoe ik toegang heb gekregen tot het paleis. Luister goed. U bent toch niet doof?
Zo nu en dan als het zo uitkomt. Maar vertelt u maar, ik heb alle reden om de oren te spitsen.
Zo is het gegaan. Zo precies. Ik ging naar Madrid. Ik nam mijn intrek in een goedkope herberg. Het stonk er vreselijk van het rioolwater. De riolering is bijzonder slecht in jullie hoofdstad.
Ja, er is veel verdrietigs bij ons, maar de riolering is beter. Maar vertelt u. Hoe heeft u de hertogin benaderd?
Ik liep maar rond door Madrid. Door de parken, door de straten en op de grote markt. Ik deed dat om na te denken. Ik kon dat niet doen in het hotel. Ik zon op middelen om de pavane te zien. Als ik nadenk zing ik. Ik zong in het park, op straat en op de grote markt. Soms keken de mensen mij na, soms begonnen zij mee te zingen.
Mag je in het noorden ook zomaar op straat zingen?
In dat opzicht zijn ze bij ons even toegeeflijk als hier. Vooral als ze wat borrels op hebben.
Maar hoe heeft u de hertogin benaderd?
Het gebeurde andersom. Het is de hertogin die mij heeft benaderd.
| |
| |
Ja, het is me d'r een. Zij zal zich een groene page niet laten ontglippen.
Mijn wandelingen beperkten zich steeds meer tot de grote markt. Ik had gemerkt dat de jaloezieën er open gingen en vrouwenogen mijn bewegingen volgden.
De hertogin heeft scherpe ogen, zij heeft nog scherpere oren.
Op een middag, toen ik er weer in gedachten verzonken, mij aan maartse refreinen en lenterondelen te buiten ging, werd ik door een chacha aangesproken. Zij wenkte mij, zij fluisterde, zij siste: ‘Groene page kom mee met mij. Kom mee.’ Ik volgde haar. Wij liepen gang in gang uit. Men loopt hier altijd gang in gang uit. Geheime gangen. Vochtige smalle gangen.
En toen ging een deur open.
De deur ging open en ik stond voor de hertogin van hoe-heet-het-mens-ook-weer. Blond, een beetje gezet. Een flinke tante, maar wel vriendelijke ogen. Zij nam mij op, van top tot teen. ‘Waarom zing je zo?’ vroeg zij. ‘Waarom zing je zo. Ben je mal geworden of is daar een andere reden voor.’ Ik vertelde dat ik in gedachten verzonken was. In diepe en vage gedachten.
En zij weer: Waarom ben je in gedachten verzonken?
En ik weer: Ik zin op middelen om de pavane bij te wonen.
En zij weer: Wat voert je naar Spanje in deze roerige dagen?
En ik weer: Zie, hertogin, mooi als de vrouwen van Rubens, zie hertogin, ik heb een geliefde die van mij houdt, maar mij haar hand niet wil schenken zolang ik niet het bewijs heb geleverd iets van de wereld te hebben gezien. Iets van de grote wijde wereld.
Ja, de vrouwen zijn aardig, maar zij houden niet van kniesoren.
En ik weer: Mooie hertogin, help mij de pavane bijwonen. Geen enkele Delaet ...
| |
| |
Dat ben ik, Valentijn Delaet. Geen enkele Delaet en geen enkele Dewael ...
Dat is mijn diepbeminde. Leontien de Wael. Leontien Leontien mijn hart om je te dienen. Geen enkele Delaet en geen enkele Dewael die ooit de pavane heeft gezien.
En zij weer: Hoe moet ik dat doen? Hoe moet ik dat aanleggen, mijn kleine groene page?
Neen, zij antwoordde niet. Zij volhardde in zwijgen en trok mij toen tegen zich aan. Drukte mij driemaal tegen zich aan en kuste mij toen hartelijk eerst op de linker-, toen op de rechterwang.
En zij weer: Je bent een te lieve jongen dan dat ik, mooie geile vrouw, je zomaar zou opeten.
En zij weer zonder mij het woord te gunnen: Je zult moeten deelnemen aan de handeling als je de pavane wilt zien. Het is een exclusieve vertoning. Exclusivisimo. Alleen de leden van het hof mogen de uitvoering bijwonen zonder eraan deel te nemen. ‘Kun je dansen?’ vroeg zij. ‘Huppelen kan iedereen, maar kun je dansen?’
Kun je dansen zoals ze in Spanje kunnen dansen?
Neen zei ik, dansen kan ik niet, maar ik kan wel zingen.
Je zult dus een lied ten beste geven. Een maarts refrein of een lenterondeel.
Neen, dat zal niet gaan. Mijn stem is matig, vond zij en mijn uitspraak abominabel.
Hoe moet je het dan aanleggen? Hoe moet je het dan aanleggen?
Ik neem nu vioolles bij de hertogin van hoe-heet-het-mens-ook-weer. Ik hoef alleen maar de strijkstok te hanteren. Het geluid, zacht maar meeslepend, zal worden voortgebracht door een meester van de snaren achter de coulissen.
Ik kan begrijpen, dat je zingt. Het geluk is met je. Doe maar wat je hart je ingeeft. Maar als de Guar-
| |
| |
dia civil langskomt, zeg maar dat ik het ten strengste heb verboden.
Door gelukkig te zijn. (De kerkhofbewaker af. De page verdwijnt al zingende de andere kant uit. Men ziet de stengels uitgroeien en de bloemen zich ontvouwen, zoals het in de lente past. Langzaam stijgt het doek)
| |
Zesde tafereel.
Men ziet het woonvertrek van de koning in het paleis te Madrid. Een deur op de achtergrond waarheen treden voeren. Links een deur. Rechts een ruimte met gordijnen afgesloten. De koning zit aan een werktafel, voor hem zit de eerste-minister met een lijvig dossier met uitpuilende bijlagen.
Ik verzoek u mij dus de laatste berichten te melden van het rijk op het schiereiland en overzee.
(uit zijn rapporten voorlezend, waarvan hij het origineel met bijlagen aan de koning aanbiedt die weigert aan te nemen) Uit de gemeente van Asturias wordt gemeld dat samenzweerders een poging hebben gedaan om zich meester te maken van de hoofdgebouwen en de onafhankelijke republiek van Asturias uit te roepen. De pogingen werden door tijdig ingrijpen van de rijkspolitie verijdeld. De samenzweerders werden gedetineerd in de gevangenis van Gerona in afwachting van hun berechting. De rust is in alle genoemde steden teruggekeerd.
Als dat de waarheid en niets dan de waarheid is, kunnen wij ons gelukkig prijzen.
Uit Aragon wordt gemeld dat onverantwoordelijke elementen een aanslag hebben gepleegd op het leven van de gouverneur des konings. De gouverneur werd lichtgewond in het hospitaal van de Heilige Familie opgenomen. De rijkspolitie doet ijverig nasporing naar de verblijfplaats van de onverantwoordelijke elementen die voortvluchtig zijn.
Als de onverantwoordelijke of verantwoorde-
| |
| |
lijke elementen zich niet onder de rijkspolitie bevinden, dan kunnen wij ons gelukkig prijzen.
In de staat van Atahualtepec in Mexico is een dorp in openlijke opstand tegen het wettig gezag gekomen uit weerspannigheid het Heilig Doopsel te aanvaarden en in de gemeenschap der Heilige Kerk te worden opgenomen. In de daarbij gevoerde politionele actie kwamen tweehonderd inheemsen en drie soldaten van het Spaanse garnizoen om het leven, terwijl voorts tweehonderd inheemsen en zeventien soldaten meer of minder zwaar werden gewond. De andere inheemsen hebben in vrijwilligheid verzocht het Heilig Doopsel te ontvangen en in de gemeenschap der Heilige Kerk te worden opgenomen.
Ik dank u voor uw bemoedigende mededelingen. Ik hoop, dat de inheemse populatie van het ongenoemde dorp in de staat Atahualtepec bereid zal zijn voor ons zieleheil te bidden. De lezing van de internationale rapporten kan, meen ik, tot morgen worden uitgesteld (eensklaps met de extreme achterdocht waartoe een Spaans monarch in staat is) , vertelt u mij eens ventje, pardon, ik bedoel excellentie, vertelt u mij eens, zijn er rapporten binnengekomen over de algemene toestand in de naaste omgeving van Madrid?
(stoorloos) Mijn bezwaar tegen het gebruik van het denigrerende woord ‘ventje’ betreft niet mijn, maar uw persoon. Een Spaanse koning kan niet anders dan door een waardige minister worden gediend.
Dezelfde gedachtengang heeft er mij toe geleid mijn woord in te trekken. Maar u heeft mijn vraag niet beantwoord.
Het desbetreffende rapport, in tweevoud met bijlagen, vermeldt een roerige toestand in Madrid, zoals gebruikelijk tijdens het feest van de Infanta.
Excellentie, ik dank u voor uw omstandige inlichtingen nopens de toestand van het rijk. U kunt zich terugtrekken. (De minister verdwijnt door de achterdeur met de treden. Het is een opvallende plechtige afgang. Uit de met gordijnen afgesloten ruimte verschijnt een non in het
| |
| |
wit van omstreeks dertig, een stralende schoonheid van het type der travestieten, waarvan ook een expert zonder voorkennis de kunne niet aanstonds met zekerheid zou kunnen bepalen)
Ik ben tot uw dienst, sire.
Ik heb u reeds lang voorgesteld de hoofse plichtplegingen achterwege te laten, maar het schijnt u niet te zinnen. Het is moeilijk voor een vorst anders dan door waardige personen te worden gediend. Maar u bevalt mij met en zonder plichtplegingen.
Ik zal steeds uw nederige dienares zijn.
Wij hebben de eerste-minister afgepoeierd. Wat een flauwe praat. De gouverneur des konings met een schampschot in zijn linkerlies opgenomen in het hospitaal van de Heilige Familie. Wat volgt er nu, zuster Gardiana? Ik heb van die vreemde lacunes in mijn hersens. Een oneerbiedige dichter heeft ze met een gruyèrekaas vergeleken.
U moet zich niet zo laatdunkend uitlaten over uw eigen redelijke vermogens.
Ik voel mij zo hulpeloos, er is iemand die ik zou willen spreken, maar ik weet niet wie. Parbleu, nom de dieu, mille tonnerre, zoals de Fransen zeggen, wie moet ik nu spreken, zuster Gardiana.
Het verdient aanbeveling dat u nadere berichten ontvangt van de kapitein van de wacht over de laatste ontwikkelingen in het paleis.
Zijn er dan laatste ontwikkelingen geweest?
(zich in haar gordijnen appartement terugtrekkend) Er zijn altijd laatste ontwikkelingen, zolang het de Heer niet heeft behaagd ons tot het eeuwige leven te roepen.
(De koning heeft inmiddels aan het koord getrokken. De kapitein van de wacht verschijnt, gehelmd, tot aan de tanden gewapend)
Kijk eens, kapitein, u hebt mij blijkbaar in het ogenblik des gevaars nog niet verlaten.
Ik zal u trouw blijven tot aan mijn laatste druppel bloed.
| |
| |
Vermijdt u vooral een bloedbad. De troon verkeert in gevaar of verkeert niet in gevaar. Ik heb in ieder geval mijn voorzorgsmaatregelen getroffen. Ik heb de koningin opdracht gegeven zich met de kroonprins en prins Manrique naar een veilige plaats te begeven. Is er reeds uitvoering of begin van uitvoering gegeven aan mijn opdracht?
De koningin is reeds vertrokken met de prinsen en de nar.
Wat heeft de koningin ten afscheid gezegd?
Zij heeft alleen de zakdoek voor de ogen gehouden en geweend.
Dat is de enige houding een koningin van Spanje waardig. Wat heeft de kroonprins gezegd?
Hij heeft alleen maar gezegd: ‘Vergeet niet op mijn hond en mijn aap te passen.’ Hij heeft er verder geen woord aan toegevoegd.
De kroonprins is een dierenvriend. Dat is een goede neiging die hij ook op de mensen diende over te brengen.
Zij moeten al drie uren onderweg zijn. Zij moeten al de pas van de Guadarama naderen.
Sst! domoor, noem geen namen. De geheimen moeten worden beschermd. Heeft de nar geen troostwoord gesproken?
Hij heeft alleen maar gezegd, dat hij zich aansloot bij de woorden van prins Manrique.
Die heeft zeker iets vreselijks opgemerkt.
Laat hem stikken met zijn zuster Gardiana, heeft die gezegd.
U bent een kapitein naar mijn hart. U verzwijgt mij niet de ware toedracht der gebeurtenissen. Dat is nog eens wat anders dan de vrijwilligheid van inheemsen, smachtend naar het Heilig Doopsel of de voortvluchtigheid van onverantwoordelijke elementen.
Ik heb niet volledig de ware toedracht medegedeeld.
| |
| |
(een stoel wijzend) Neem plaats en lucht uw hart.
Er heerst een overspannen atmosfeer in het paleis. De redenen zijn mij niet alle bekend. Het is bovendien altijd zo als er gerepeteerd wordt voor de balletten voor het feest van de Infanta. Maar van maestro Pazzolino heb ik wel het een en ander los gekregen.
Pazzolino is een voortreffelijk danser maar een vermoeiende kletskous.
Hij mag een kletskous zijn, er dient toch rekening met hem te worden gehouden. Hij kent de spelers en hun omgeving beter dan wij allen.
Wat heeft hij u toevertrouwd?
De nervositeit van het gezelschap gaat voornamelijk uit van de hertog van Talavera, pater Antonius en de jongeman, die door allen als groene page wordt aangeduid.
Is dat de jongeman die door doña Emilia voor een vioolsolo is geëngageerd?
Ja, de solist scheen eerst bijzonder gelukkig met zijn aandeel aan het ballet. Maar de vreugde is in een toestand van angst veranderd.
Van angst? Vreest hij de roerige situatie?
Neen, hij vreest de avances van doña Emilia die hij toegezegd heeft na de uitvoering alle gewenste bevrediging te zullen schenken.
Hij kan gemakkelijk worden gerustgesteld. Na de opvoering zullen wij een relletje ensceneren en verklaren dat de groene page is omgekomen. Wij zullen hem met ere laten begraven op het kerkhof van Toledo.
Sire, ik heb altijd geweten dat u de oplossing zou vinden. De groene page kan makkelijk in Toledo begraven worden, want hij gaat toch naar zijn land terug.
Is er een diepgaand onderzoek ingesteld naar zijn papieren?
| |
| |
Het moet een dichter zijn. Een zo ijl wezen heb ik nooit eerder gezien.
Wij moeten hem beschermen voor doña Emilia.
De monnik is een nog moeilijker geval. Die heeft de opdracht van de paus om na te gaan welke wonderen door de Infanta zijn verricht. De paus is voornemens de Infanta heilig te verklaren.
Ik heb veel van de Infanta gehouden, maar nu zou ik er bijna spijt van hebben dat ik het feest te harer herdenking heb ingesteld. Ik heb de paus herhaaldelijk verzocht de heiligverklaring uit te stellen totdat de lotgevallen van de prinses nauwkeurig bekend zijn. Men kan toch geen levende heilig verklaren.
Maakt u zich niet bezorgd, Sire, wij zullen er iets op vinden.
U onderschat de monniken, kapitein. Die hebben een grote oefening in geslepenheid. (De deur wordt door een adjudant geopend)
Majesteit, de hertog van Talavera verzoekt tot uwe majesteit te worden toegelaten.
De hertog van Talavera is altijd welkom. (De hertog van Talavera die binnenkomt en de kapitein, die de kamer verlaat kruisen elkaar en nemen elkaar uiterst vijandig op)
Waaraan heb ik de komst van de hertog te danken? Neen ik begrijp al, u verzoekt in den vervolge ontlast te worden van de taak als regisseur van het ballet van de Infanta.
Zo is het Sire, het wordt ieder jaar moeilijker. Het wordt ieder jaar moeilijker te weten of de jonge vrouw op de Infanta lijkt of de Infanta is.
(die langzaam naar voren komt) Sire, verontschuldig dat ik mijns ondanks de laatste woorden heb gehoord.
Ik heb nooit anders gedacht. U heeft de volle vrijheid naar mijn woorden te luisteren.
| |
| |
Een uur na de uitvoering zal ik vertellen of zij al dan niet de Infanta is.
| |
Zevende tafereel.
Alleen de voorgrond van het toneel is zichtbaar. Wij bevinden ons in een park in de omstreken van Madrid, bij de Manzanares. Het doek is geschilderd op de wijze van de kartons van Goya. Op de achtergrond de traagstromende rivier. Majos en Majas houden een ‘déjeuner sur l'herbe’, jongelieden laten zich op de schommel wiegen of houden zich bezig met balspel. De graaf en gravin van Morina houden een tête-à-tête.
Waartoe, Isabela, zoveel geheimzinnigheid? Waarom heb je geen afspraak in het paleis willen maken?
De wereld wordt steeds geheimzinniger. Don Fernando weigert mij ieder verkeer met de buitenwereld zolang de uitvoering van het ballet niet heeft plaatsgehad.
Er is geen reden hem te gehoorzamen.
Dat weet ik ook, dat denk ik ook, dat probeer ik mijzelf voortdurend in te prenten, maar ik kan het toch niet nalaten, ik handel toch volgens zijn aanwijzingen.
Ook het moeilijkste uur snelt voorbij, heeft een dichter gezegd.
De dichters hebben zoveel gezegd. Ik moet hem gehoorzamen, maar ik heb je toch willen spreken. Ik heb van je willen horen van La Mancha. Van de kinderen. Heeft het kindermeisje geschreven?
Ik ben zelf in La Mancha geweest. Het is er nog altijd even mooi, ondanks de kale heuvels of juist door het oker van de kale heuvels, afgewisseld met de bossen van kurkeiken, ondanks de eenzaamheid van het kasteel of juist door de eenzaamheid van het kasteel temidden van de kale heuvels en de spaarzame bebossing van eik en plataan.
En de kinderen, die met het gesteente, de dieren en de planten spelen en hun moeder eerder vergeten zullen zijn dan zij zelf wel meent en de kinderen, hoe gaat het met de kinderen?
| |
| |
(fluisterend) Hoor eens, Isabela, laten wij don Fernando met zijn ballet in de steek laten en naar La Mancha terugkeren.
Vandaag liever dan morgen. Maar ik zou niet kunnen, ik zou de kracht daartoe niet kunnen opbrengen. Ik vrees, dat ik La Mancha niet zal terugzien.
Je moet je niet door voorgevoelens parten laten spelen.
Rodrigo, luister toch, ik weet soms niet wie ik ben. De zigeunerin die danste van Málaga tot Gerona? De gravin in La Mancha, die zich over haar kinderen en de seizoenen verheugt? De Infanta, die voor tien jaar is weggevoerd en nog altijd niet is teruggekeerd?
Ook het moeilijkste uur snelt voorbij. Ik heb het nu begrepen. Het zijn niet je eigen gedachten, Isabela, het zijn niet je eigen gevoelens, Isabela, het zijn de gedachten van de hertog, die je uitspreekt, het zijn de gevoelens van de hertog, die je voortdrijven. Je bent niet anders dan een instrument dat wordt bespeeld.
Ik ben nog angstiger voor de monnik dan voor de hertog.
De monnik is niet anders dan de geestelijke raadsman die je helpen wil.
Ik vrees niemand zozeer als de geestelijke raadsman. Hij wil je naar een bepaald doel drijven. De priesterlijke raadsman uit Rome beschouwt mij evenzeer als een instrument als de hertogelijke regisseur van Madrid.
Geloof mij, Isabela, vrees niet voor de priester. Hij streeft alleen je behoud na.
Ik heb in zijn ogen gelezen. De diepe dode ogen van de priester die broedt op de opdracht van de Heilige Vader te Rome om de Infanta te heiligen al ware het door haar dood.
De priesters hebben allemaal dode ogen. Dat behoort zo tot de tweede natuur, die zij zich hebben eigen gemaakt door hun gewoonten om zich af te wenden van de zintuigelijke schoonheid van de wereld. Als je in zijn ogen leest, dan zul je er alleen maar bezorgdheid in lezen. Be-
| |
| |
zorgdheid voor mijzelf om niet in het weefsel van je bevalligheden te worden gevangen, maar ook bezorgdheid voor jou dat je niet als het instrument van een regisseur te gronde gaat.
Instrument! Instrument! Zij zoeken allemaal het instrument. De hertog zoekt de danseres, die ik ben geweest, de priester de heilige die ik zou kunnen worden.
Wees niet verontrust. Na het feest van de Infanta zul je weer geheel jezelf kunnen zijn, onverschillig of je de Infanta bent of niet.
(met een slangachtige uitdrukking, in een flits verschijnend en verdwijnend) Hoor eens Rodrigo, geloof je werkelijk in die onzin?
Ik houd rekening met alle onzin die gevaar kan opleveren.
Het wemelt in Spanje van samenzweerders die een instrument zoeken als symbool van hun rebellie.
Isabela, Isabela, ik heb dag in dag uit aan je gedacht. Dag in dag uit. Ik heb mij van de hulp van don Fernando verzekerd, om onverhoedse handelingen van de monnik te verijdelen; ik heb mij van de hulp van de monnik verzekerd om op het juiste ogenblik don Fernando onschadelijk te maken. Je gelooft toch niet dat ik de samenzweerders uit het oog verlies? Geheel Spanje wemelt van samenzweerders. Zo is het. Zoals je hebt gezegd, zo is het. De censuur is ingesteld. De persoonlijke rechten, voor zover ooit aanwezig, zijn met de dag van de afkondiging van de koninklijke proclamatie ter opheffing van provinciale en municipale privileges ingetrokken.
Ziet de wereld er in Spanje zo donker uit?
Het heeft er altijd donker uitgezien.
Ik heb gehoord dat de samenzweerders de naam van de Infanta al genoemd hebben.
Voor de samenzweerders zal noch Don Fernando noch de monnik je kunnen behoeden. Zij zijn daarvoor te zeer in hun eigen probleem verzonken. Maar je wordt bewaakt, vrees niet, je wordt bewaakt.
| |
| |
Ik vrees dat ik zal sterven en La Mancha niet zal hebben teruggezien.
De kapitein van de lijfwacht is een Manche go. Hoor eens. Hij heeft mij toevertrouwd, dat hij er geen geloof aan hecht dat je de Infanta bent.
Hoe kan de vlegel dat weten?
Hij zei dat hij het accent van La Mancha in je woorden had ontdekt.
Dat heb ik gekregen door mijn jarenlange intieme omgang met de graaf van Morina.
Ik heb hem van ons leven verteld. Ik heb hem verteld hoe gelukkig wij leefden totdat je door don Fernando, de hofregisseur met het gevoelige hart en de zwakke zenuwen, werd ontdekt.
Je hebt hem van de kinderen verteld?
Ja, de tranen welden hem naar de ogen toen ik daarvan vertelde.
Zijn hart is minstens even gevoelig als dat van don Fernando.
Maar zijn zenuwen zijn sterker, veel sterker. Hij is op zijn hoede voor de samenzweerders.
Ja, in het paleis maken zij zich vrolijk over hem. Een echte Manchego, zeggen zij. Hij ziet overal spoken.
De Manchego zal blijken de toestand beter te hebben doorzien dan de anderen.
Soms moet ik vreselijk lachen.
Waarom? Hoe kun je nog lachen in deze omstandigheden.
Dat is ook een vorm van angst.
Ik lach om de ernst van de mannen. Ik kan mijn lach nauwelijks onderdrukken. Om de mannen, die niet merken dat ik er rustig tussen doorglip al ben ik ook gedwongen instrument te zijn.
Ik begrijp je niet. Je maakt je schuldig aan tegenspraak.
Het leven is vol tegenspraak. Weet je wat ik nu gedaan heb?
| |
| |
Wat heb je gedaan, Isabela? Je hebt toch niet iets vreselijks gedaan?
Ik heb een dolk van don Fernando gestolen.
Een dolk? Waarom? Waartoe?
Die moet je aan ons zoontje geven ...
Ja, aan de kleine Jaime. Die houdt altijd zoveel van dolken. Zeg hem dat die van mij is. Het zal hem goed doen.
Ik heb een pop gestolen die aan de Infanta heeft toebehoord.
Soms wel soms niet. Die moet je geven aan ons dochtertje ...
Ja, aan Maria Teresa. Het zal haar goed doen. (Zij reikt haar man dolk en pop) Maar luister, ik moet nu heen, ik hoor geritsel. Ik zal je weer gauw een boodschap sturen. (Gravin exit)
| |
Achtste tafereel.
Doek gaat op. De achtergrond van het toneel zichtbaar. Balzaal in het paleis te Madrid. Op de achtergrond een balkon met tapijt over de balustrade. Links en rechts de wapens respectievelijk van Castilië en Leon. Onder het wapen van Castilië doña Rosario, in mauve, naast een harp; onder het wapen van Leon zit doña Emilia, in lila-rood, naast een klavecimbel. Als het doek opgaat worden beide vrouwen in een fou rire verrast, waarvan aanleiding en strekking onduidelijk blijven.
(door elkaar) Neen, maar dat is prachtig ... Neen, wat je daar zegt... Emilia, neen van zoiets heb ik van mijn leven nog niet gehoord... Rosario van zoiets heb ik niet kunnen dromen ... Emilia, zou zoiets tot de mogelijkheden kunnen behoren? Welke mogelijkhe-
| |
| |
den? Er zijn mogelijkheden van het hoofd en van het hart. Van de ogen en van de lippen ... Van de benen en de tenen ...
Wij kunnen wel lachen, Rosario, maar het leven is er niet minder schrikkelijk om. (De gezichten zijn als door een toverwoord verstrakt. Rosario blijkt in haar nieuwe gedaante een smalle brunette, droefgeestig op het bigotte af en Emilia een hoogst sensuele savante, iets minder gezet dan het model van Rubens)
(angstig) Hoe bedoel je, Emilia, hoe bedoel je?
Het leven van de Infanta was niet anders dan ons eigen leven. Als je alles goed en wel beschouwt.
Misschien zou je kunnen zeggen, dat het de zuiverste weerspiegeling was van een meisjesleven aan het hof.
Wat weten wij van onze eerste kinderjaren als wij door de gangen en vertrekken van het paleis zwerven en altijd maar weer in verbazing verkeren om de dingen, om hun vormen en hun kleur, om de temperatuurwisselingen en stilten en geluiden die van hen uitgaan. Hoe angstig waren vooral de ritselingen, de stilten en de wisselingen van temperatuur. Dan eensklaps vallen de schellen van de ogen. De ogen gaan open jen wij zien de volwassenen. Wij zouden nog altijd niet onder woorden kunnen brengen wat wij hebben gezien, maar het was iets verschrikkelijks, iets ontzagwekkends. De volwassenen hebben onze blik begrepen. Wij worden toevertrouwd aan de godvruchtige nonnen van Avila om ons hart te zuiveren en onze blik te temperen.
Avila... Avila... dat waren de gelukkigste jaren van mijn leven. Daar heb ik gebeden geleerd en de kracht ervan om ontgoochelingen en begoochelingen te hoeden.
Wij hebben er de middelen geleerd om de luchthartigheid van het hof te verhelen en te verheimelijken.
O, spreek niet zo Emilia. Het is een zaad dat langzaam kiemt terwijl de luchthartigheid zienderogen toeneemt. Als het zaad niet sterft ...
Wij drukken ons in opwinding aan de borsten van
| |
| |
officieren, in de balzaal, maar lieten niet na in de hoogmis te dwepen van een dood, die ons zou onttrekken aan dit leven van opgezweepten, desnoods door middel van een dolk, om in het hiernamaals te worden opgenomen en met doorboord hart te bidden voor het arme volk van Spanje!
O, Emilia, Emilia, hoe kun je zo spreken? Dat was geen dweepzucht, dat was ons meest eigen, ons diepste verlangen.
Dat kan het dan voor jou zijn geweest. Voor mij was het de schijnheiligheid van de jongemeisjes aan het hof. Ik heb het begrepen toen wij gevankelijk in de ossewagen naar Toledo werden gevoerd. Ik heb het begrepen. Toen de soldaat met zijn stallucht zich zijn handtastelijkheden tegenover mij veroorloofde.
Ik heb deze noodlottige gebeurtenissen in mijn generale biecht vermeld om ze vervolgens voor eens en voor altijd te vergeten.
Met mij is het anders gegaan. Ik heb de noodlottige gebeurtenissen aanvankelijk ook uit mijn herinnering geweerd. Ik kan zelfs zonder overdrijving zeggen dat ik ze voor lange tijd vergeten was, ik geloof zelfs voor meer dan tien jaar. Mijn ouders waren zo wijs mij spoedig na mijn terugkeer uit het Alcazar uit te huwelijken aan een oude hoveling, in hoge mate bemiddeld en behorend tot de grandes van Spanje. Zij hadden begrepen wat er mogelijk kon zijn gebeurd.
(met een goddeloze gorgellach) Vertel mij, Emilia, kan het zijn, kan het werkelijk zijn, dat je innemende zoon, met alle kenmerken van een Spaanse grande, een kind is, niet van de hertog van Alva maar van de haveloze soldaat?
Het is maar goed dat onze kinderen door haveloze soldaten worden verwekt. Waar zouden zij anders hun charmes en hun aristocratie vandaan halen?
(in haar vorige gedaante teruggeslopen) Ik zal je in mijn gebed opnemen. Ik zal je driemaal daags in mijn gebed herdenken.
Het is hard nodig, Rosario, de herinnering aan de
| |
| |
soldaat is niet verdwenen. De meeste vrouwen houden er twee mannen op na, een echtgenoot, die haar bed deelt en de lieve jongen uit haar dromen.
Verschrikkelijk, Emilia, blasfemie, Emilia. Ik zal voor je bidden.
Hij komt telkens na zoveel jaren terug maar telkens weer in een andere gedaante. Soms is het een kapitein van de infanterie, op nominatie voor ontslag, dan weer een amateur-stierenvechter, kandidaat voor een vroegtijdige dood, dan weer een groene page met de droom van het Noorden in zijn grijze pupillen.
Je diepste zelf zal pas herleven nadat je begeerten werden gedoofd.
Ik vrees, dat zij spoedig zullen doven als ik nog vaak aan het klavecimbel het ballet van de Infanta moet begeleiden.
(Maestro Pazzolino komt binnen, een combinatie van de deskundige balletmeester en de behaagzieke petit maître)
Ik groet u, grandes dames d'Espagne, maar ik groet u nog meer als de musiciennes voor het feest van de Infanta. Hebt u zich voorbereid voor de muziek, die u zult moeten spelen?
Wij spraken erover hoe snel de begeerlijkheden van het leven voorbijgaan.
Ja, men wordt pas instrument als men weet dat ons leven niet telt.
Ja, ieder jaar worden wij weer opnieuw het instrument van maestro Pazzolino en don Fernando.
Het feest is ieder jaar eender en toch anders.
Het is eerder eender dan anders.
Neen, neen, het is eerder anders dan eender. De pavane mag nooit op dezelfde wijze worden gespeeld. Het is een dans die zich beweegt tussen de nuances van de herdenking en de verwachting.
Van de rouw en de wedergeboorte.
Wat is de pavane, de dans die men de pavane wenst te noemen?
| |
| |
U zult niet anders vertellen dan u de vorige jaren ook heeft gedaan.
Volgens sommigen werd de dans genoemd naar de stad Padua, het beminde Padua.
Ja, waar uw dierbare moeder het levenslicht aanschouwde.
Padua, met de ernst van haar noordelijke sfeer ... Padua van Sint-Antonius, waar men vindt wat men heeft verloren. Maar Padua bevindt zich ook vlak bij Venetië, niet van San Marco, maar van de luchthartigheid, de stad waar men verliest wat men heeft gevonden.
Hoe graag vind ik wat ik heb verloren en hoe graag verlies ik wat ik heb gevonden.
Volgens anderen wordt de dans genoemd naar de pavo, de pauw.
Ik heb nooit van die vogel gehouden. Het is een wrede vogel.
De pauw heeft tevergeefs de statigheid van de herfst met de levenslust van de zomer pogen te verenigen. De pavane hoort Padua toe, als zij lukt, en de pauw toe, als zij mislukt.
Zij mag dit jaar niet mislukken.
De pavane drukt zich uit in de statigheid van kostuum en tempo. Eminentemente grave. De pavane drukt zich ook uit in de avances en de reserves der paren, die de toezegging en verwachtingen van het hart inhouden. Vergeet u niet dat een ballet een kunstwerk is en niet anders zou kunnen zijn dan een aarzeling, een vreselijke aarzeling, tussen de twee extremen.
Ik zou u bijna bewonderen als ik u zo weer hoor spreken, mon petit maître mon grand maître. Het kunstwerk is een aarzeling, zoals het leven een aarzeling is.
De verwachting neemt toe naarmate de danseres meer gelijkenis vertoont met de Infanta.
(boosaardig, in zijn eer aangetast) Als u mij toestaan wilt de waarheid te zeggen, doña Rosario. Als u mij toestaan wilt de waarheid te zeggen. Don Fernando is een amateur. Hij gelooft dat het resultaat afhangt van de
| |
| |
gelijkenis van de hoofdpersoon. Hij vergist zich. Het resultaat hangt af van de uitvoering van de dans.
Zo heeft ieder zijn belang en zijn belangstelling. Bij u gaat het er alleen maar om dat de dans juist wordt uitgevoerd. Of de Infanta leeft of ten leven wordt geroepen, u lapt het aan uw laars.
Als u mij veroorloven wilt de waarheid te spreken, de Infanta wordt niet tot leven geroepen door de toevallige gelijkenis maar door de uitvoering van de pavane. Als zij niet dansen kan wordt de Infanta nooit tot het leven geroepen.
Ik kan u geruststellen. Zij is het evenbeeld van de Infanta. Dezelfde romp, dezelfde benen, dezelfde armen.
Nu herken ik u doña Emilia, u spreekt niet van fysieke gelijkenis, zoals een leek zou doen, maar van de armen, de benen en de romp, zoals een geïnitieerde in de dans het zou doen. Voortreffelijk, voortreffelijk.
U bent bezeten van de dans, don Fernando is de bezetene van het evenbeeld.
Als zij de Infanta is, zal ik dat in twee tellen weten te vertellen.
Hebt u haar dan zo goed gekend? Hebt u de moedervlek op haar rechterdij gekend? En het litteken op haar linkerwreef?
Ik hou mij niet op met littekens en moedervlekken. Ik herken mijn leerlingen zodra zij een pas hebben gemaakt, een arabeske, een entre-deux. Er is geen danspas, geen attitude die eender is. (De kapitein van de lijfwacht met drie gehelmde soldaten op)
U ontheiligt de balzaal, u hoort tot de politietroepen.
Het kan zo zijn, maar ik heb de opdracht een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van samenzweerders in het paleis.
Het is ieder jaar eender. Het feest van de Infanta roept niet alleen de danslust op maar ook de lust tot samenzwering.
Don Fernando gelooft niet dat het evenbeeld zich
| |
| |
anders dan in het uur van gevaar kan manifesteren. (De kapitein en zijn mannen af)
U zult de slagen van een metronoom horen. Op de vijfde slag zet u in. (Pazzolino af. Op het balkon verschijnt eerst zuster Gardiana, vervolgens de koning. Men hoort de slagen van een metronoom. De muziek zet in. De pavane wordt gedanst. De koning en zuster Gardiana zien roerloos toe totdat de figuren verdwenen zijn)
Het kan nog veel mooier. (De koning af, vervolgens ook zuster Gardiana)
Het is altijd eender en altijd anders. Aan de inval van de kapitein zijn wij gewend, maar dit tweetal zien wij hier voor het eerst. (De monnik en don Rodrigo komen op al pratende)
Ik heb hem gevolgd, terwijl het ballet werd gedanst. Hij gaat niet kijken. Hij blijft in de kleedkamer achter van de gravin. Hij zit tussen de spiegels en de kleren. Hij zit daar in zichzelf verzonken. Het is alsof hij in voortdurende verbinding met de danseres wil blijven. Hij wil haar geen ogenblik buiten de sfeer van zijn invloed vrij laten.
Ik heb de mededeling uit vertrouwelijke bron, dat hij de koning verzocht heeft hem te ontlasten van zijn taak tijdens het feest van de Infanta. (De twee mannen af)
Heb je gehoord wat de koning zei?
Hij zei: ‘Heel mooi’, maar zuster Gardiana antwoordde: ‘Het kan nog veel mooier.’
Zuster Gardiana speelt een rol die voor alle vrouwen aan het hof gevaarlijk kan worden.
Kijk, ik had het bijna vergeten, daar komt de groene page met zijn viool. (De groene page)
Het is dit jaar toch werkelijk eerder anders dan eender. (De jonge page stelt zich op de voorgrond, hij speelt met veel gevoel, piano, piu piano pianissimo, de muziek van de pavane)
|
|