let van de xxste eeuw genoemd, wat wel iets te veel aan goedgelovigheid, zo niet ronduit aan onnozelheid bij de ballettofielen veronderstelt.
De dansers van Alvin Ailey zijn voor het Nederlandse publiek geen onbekenden, zij traden aan het einde van de jaren zestig onder meer op in Amsterdams Carré, dat wel iets weg heeft van het Palais des Sports, en werden daar vooral met enthousiasme ontvangen vanwege het samengaan van een volmaakte danskunst, gebaseerd op de discipline van het ballet, de vernieuwingen van Martha Graham, de jazz van Duke Ellington, Afrikaanse en Indiaanse ritmen en zoveel meer, maar tevens ook vanwege de diep ontroerde en ontroerende presentatie van tragiek en humor uit de negergetto's.
In Parijs, nu zovele jaren later, heeft de meeste indruk gemaakt: Judith Jamison, een artistiek en fysiek begenadigd danseres, met haar solo die vijftien minuten lang duurt, een uitzonderlijk lange solo dus, gecreëerd, zoals het programma vermeldt, voor de ‘zwarte vrouwen, vooral de zwarte moeders, waar ook ter wereld’. De dans bestrijkt de hele scala van ontreddering en vernedering, van smart en vertedering die aan de expressionistische uitroep ‘Cry’, de naam van de dans, beantwoordt. Voor ons is in het bijzonder ook onvergetelijk gebleven de tegelijk forse en tedere groepsdans ‘Rainbow around my shoulders’.
Ach-ach, de regenboog als een losse sjaal om onze schouders, het symbool van onze illusies, maar vooral ook van de illusies van de dwangarbeiders, de chaingang, die door een meisje van gewaagde zeden, zo eentje, weet u nog wel?, met een roos à la Carmen achter het oor, op hun ‘reis naar het einde van de nacht’ worden vergezeld. Het einde past geheel bij het eigen tijdsbeeld. Het knallen van een schot uit een onzichtbaar wapen.
Het is onder de huidige omstandigheden van agressiviteit niet anders dan begrijpelijk dat ook de balletleiders, Béjart en Russillo evengoed als Alvin Ailey, zich op het antwoord bezinnen waarmee de hedendaagse uitdaging van geweldpleging kan worden tegemoetgetreden. Niet zomaar een antwoord van gladde politici, dat nergens toe verplicht, neen,