De koninklijke rede herdacht
Ter herdenking van de koninklijke rede van december 1942, die de belofte inhield van een samengaan op voet van gelijkheid tussen de gebiedsdelen van het Rijk, heeft de Vereniging ‘Nederland-Indonesië’ een kunstavond georganiseerd, waartoe kunstenaars uit de verschillende rijksdelen hun medewerking verleenden. Nederland werd vertegenwoordigd door Annie Woud, die zong, en door Nel Oosthout, die vergat te declameren. Ik bedoel hiermee dat ik niet overtuigd was van de echtheid van haar pathos en trouwens evenmin van de belangrijkheid van de door haar gehanteerde tekst. Men mag niet vergeten, op een avond als deze verwacht men meer nog dan de hoge kunst, de echtheid in de kunst. Ik heb dan ook ongelooflijk genoten van het Kottamissie Gezelschap, dat Surinaamse volksdansen en -liedjes gaf; stellig was dit geen hoge kunst, maar het was door en door echt, zoals dit gezelschap ons met zijn kleurige anekdotes met zijn geboorteland vertrouwd maakte.
Dat deze avond zich intussen voornamelijk in het teken van de danskunst afwikkelde, hebben wij te danken aan de vertegenwoordigers van de oosterse kunst. Raden Mas Soegeng en Raden Mas Soetarjo lieten ons in twee strijddansen zien dat zij een grote beheersing bezitten van de klassieke Javaanse stijl. Er is maar een kleinigheid nodig en de danseres Saba behoort tot de prima ballerina's van onze tijd. Zij is op ende op danseres, zij spreekt zich natuurlijkerwijs uit in de taal van het lichaam, zij beheerst bovendien volkomen de middelen van de Hindoedans, waarin zij zich wenst uit te spreken. De onderdelen van haar dans, de gebaren en figuren, blijven echter enigszins los van elkaar bestaan, weigerachtig in een grotere eenheid te vervloeien. Zij blijft intussen een van de belangrijkste representanten van de danskunst,