M. ter Braak over waardigheid en macht
Binnenkort zullen bij de Bezige Bij de kronieken, die Menno ter Braak in 1939 en 1940 voor Groot Nederland heeft geschreven, in boekvorm verschijnen onder de titel Menno ter Braak over waardigheid en macht. De titel is door de samenstellers gelukkig gekozen, voor zover hij niet alleen weergeeft de polaire spanning, waaronder Ter Braak sinds zijn tegenstelling burger en dichter in het Carnaval heeft geleefd, maar ook het bijzondere aspect van deze polariteit uit de periode, waarin deze kronieken ontstonden. De wil tot verhoogd levens- of machtsgevoel, dat deze auteur met Nietzsche deelde, betekende nog minder dan bij Nietzsche een gulzig happen naar meer levensruimte; zijn ‘Wille zur Macht’ kreeg zijn betrekkelijkheid en charme door de kritische maatstaven, die hij ook in de praktische politiek niet liet vallen, maar integendeel verscherpte en verfijnde. De kronieken zijn geschreven vanuit de tegenstelling macht en geest, eigenbelang en zelfkritiek of, zoals de samenstellers hebben onderstreept, waardigheid en macht. Wat men in deze titel mist is het begeleidend verschijnsel, dat aan deze spanning zijn ontspanning gaf: de humor, een begrip, waarmede Ter Braak rijkelijk schermde, overigens terecht, want het maakte een integrerend deel van zijn wezen uit. In sommige titels, lang niet in alle, die hij zelf heeft gekozen, vindt men zowel het tegenstellig als het ironisch karakter; ik denk aan Politicus zonder partij of aan Het tweede gezicht. De humor maakte een integrerend deel van hem uit, want hij was niet alleen, zoals velen hem zagen, een intelligent mens, die in de spanning en uit het brein, maar ook een levend mens, die tevens in de ontspanning en van harte leefde. Het is overigens begrijpelijk, gezien de