De Macbeth van Verkade
De Macbeth-voordracht, die Eduard Verkade onlangs heeft gehouden, treft ons, ondanks de vele appreciabele momenten, toch allereerst door gemis aan eenheid van stijl; hij wisselt tussen smaakvolle gestileerdheid, voortspruitend uit de natuurlijke aanleg van deze kunstenaar, en een naturalistische pathetiek, zo typisch voor bepaalde Nederlandse acteurs en die ook Verkade, ondanks zijn natuurlijke aanleg, niet altijd weet te betomen. Deze stijlwisseling hangt intussen waarschijnlijk samen met een zuiver inzicht in het werk van Shakespeare, dat ongetwijfeld vele in wezen tegenstrijdige elementen bevat, die men onder vele benamingen kan trachten te vangen, al naar de stemming, waaruit de grootste westerse dramaturg heeft geschreven. Men kan spreken van symbolisme en naturalisme, bezinning en levensvolheid, melancholiek levensbesef en appetijtelijk epicurisme. Er is allicht ‘a system in his madness’. Veelal beschrijven zijn drama's de curve van levensheerlijkheid, via absurditeit en dood, naar nieuwe levensheerlijkheid. De veelbelovende Hamlet gaat te gronde, evenals de ambitieuze Hamlet en de vurige Othello; maar Fortinbras zet de levensheerlijkheid voort, evenals Malcolm en Cassio. Men zou Shakespeare kunnen beschouwen als 'n propagandist van de ‘eeuwige wederkeer’, maar het is dan de eeuwige wederkeer, niet van de theoretische wervelwinden à la Nietzsche, maar van de natuurlijke seizoenen. Intussen blijft het ‘het wonder’ van Shakespeare, niet dat hij tegenstrijdige elementen bevat, maar dat hij deze met de dromerige begoocheling van zijn poëzie tot een harmonische eenheid weet te heffen.
Wie beseft, om welke belangrijke waarden het hier gaat, zal de voordracht van Verkade weten te appreciëren, ook