35
De laatste gebeurtenissen hadden het huis van Valdés in de Avenida del Paraiso in diepe rouw gedompeld. Vooral in de middag werd Valdés door een tergende helderheid bevangen die hem deed rondlopen in het huis alsof hij naar iets zocht.
Wat hij vond was niet anders dan dezelfde appartementen en dezelfde gangen die hij reeds zovele jaren kende. Bij het binnenkomen kwam men in een kleine hall met ter weerszijden een Chinese vaas en een kapstokhaak in ivoor uitgevoerd en behangen met een spiksplinternieuwe borsalino of een wandelstok met zilveren handvat.
Met een paar treden bereikte men een lange eveneens betegelde gang, die doorliep naar de deur van de keuken waar de luttele werkzaamheden werden verricht door een oude bediende die meestal een uiltje zat te knappen, daar het eten door een kok buitenshuis werd bereid, of door werksters die tweemaal 's weeks verschenen en zich ook in de andere ruimten met het ameublement, de vloer of het plafond onledig hielden. Rechts leidden twee deuren naar de suite, waarvan de meubels, in lichtgroen gehouden, een plantaardige achtergrond vormden voor de kristallen luchters die slechts gedempt licht weerkaatsten sinds het raam aan de voorkant en de deur aan de achterkant gesloten bleven. Deze kamers werden vrijwel uitsluitend bewoond door twee angora's die, genesteld in de diepten van de sofa's, de doodse stilten van tegenwoordig duidelijk verkozen boven het gedruis van de orgastische feesten die zich hier hadden afgespeeld. Links voerde een trap naar de bovenverdieping, waar hij ook alweer stiet op steeds weer dezelfde rangschikking van de roerende goederen in zijn slaap- en werkkamer.
De vragen die Valdés zich stelde betroffen slechts een hoogst enkele keer zijn ongelukkige vrouw; zij keerden steeds weer terug tot de gevaarlijke toestand waarin zijn geliefde schoenhandel verkeer-