Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Indisch meisje Het innig beeld van haar mij bijgebleven heeft zich vermengd met laatre werklijkheden. Tot mijn geluk. Want anders was mijn heden zeer vaal, o, niet zo glinsterend doorweven. Ik immers ben geland op vele reden waar eerst de palmen uit de verte wuiven. Men ziet daarna de grote stofwolk stuiven tussen de mensen, wrang en ontevreden. Zij was zo jong. Zij had zulk lieve handen. Zij kwam uit Padang en zij sprak van Indië met de verschrikte ogen van een hinde alsof zij in het ver groen land belandde waar zij steeds mij, ook ik steeds haar beminde... Dit land is, wreed verwoest, niet meer te vinden. Vorige Volgende