Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Het bouquet Zij heeft vergeefs gewacht, hij zal wel niet meer komen. De avond sterft in vale kleuren voor het raam waar hoop zich mengt met vrees en vrees met wilde blaam, dat hij geaarzeld heeft en haar niet heeft genomen. Een poos is zij bevredigd met een santekraam van woorden, nog eens woorden, krank en niet te tomen voor wie in liefde-gloed een strijd voert met fantomen en weent dan zachtkens voor zich heen ‘dat hij zich schaam’. Er valt rondom een stilte die zij niet begrijpt. Er is geen leed zo diep of van harts diepste zeer wijkt wanhoop als het tot de donkre weemoed rijpt. Dan nadert zij het eenzaam gloeiende bouquet. Hoe langzaam dalen lippen tussen bloemen neer, nirwana van een ziel verheerlijkt, 'schoon besmet. Chaillot 1951 Vorige Volgende