Verzameld werk. Deel 2. Gedichten
(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
NocturneDe ogen wennen aan de lichten van de nacht
maar aan het harde leed elkander toegebracht
pas als de zijig-rappe dood is ingetreden
en ons bestaan teruggedeinsd is naar 't verleden.
Zij lag zo stil besloten in de zwarte kist
alsof zij mij doorzag of niets meer van mij wist.
| |
Het zevende gebodLianen hangen zwart als kronkelende lussen
die wurgen zullen wie hier stilstaan om te kussen.
Wij lopen door, de hittige wellust in de benen
en in het hart de neiging om ons lot te wenen.
Wie weet is er een God, die iets weet van het leven,
en op de oordeelsdag ons allen zal vergeven.
| |
[pagina 57]
| |
ManzanillaOnder de manzanilla-boom gezeten
vrijt met een ander mijn ontrouwe lief.
Zij doen van alles, heerlijk naar belief,
maar willen van het giftig ooft niet eten.
Ik ben bedroefd, ik heb het niet geweten.
| |
De dichterDe wereld is geen plaats om langer te verblijven
al laat zich bij gelegenheid het leed verdrijven
dat gij diep in een late nacht verdwenen zijt
zilveren zacht en van het maanlicht begeleid
dat voortaan zal het glanzende papier beschijnen
waarop ik schrijven zal, tussen de grijze lijnen.
|
|