Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Navrante zomer [pagina 29] [p. 29] Witte bloesems Straks zie ik van haar avondjurk de slippen, wanneer zij heenglijdt uit de schaduwplek. Nu kijk ik naar de onrust van haar lippen en naar het maanlicht aan haar wang en nek. Wij zouden wel hartstochtlijk willen wenen, getroffen door de gunst van het geluk tot ik van de jasmijnen, maanbeschenen, het takje witte bloesems voor haar pluk. Blijken van liefde worden uitgewisseld, ofschoon wij zwijgen in het licht der maan, omdat met woordengalm slechts wordt bedisseld de eenzaamheid van ons bewolkt bestaan. Vorige Volgende