Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] De vijanden Waar de gebouwen aan de trage Taag slagschaduwen werpen, die de geest verschrikken in grauwe walm, waarin de harten stikken, ontmoet hij mij, ten derden maal, vandaag. Vervuld van vragen, die hij stelt, zij 't vaag, ziet hij mijn donkere gestalte komen even gebogen, als gehuld in dromen, langs de gebouwen aan de trage Taag. Als ik de groot-inquisiteur herken - ik ken de deemoed van de zieke wolf - gis ik, dat ik niet langer veilig ben, daar ik, in doen en laten onvoldaan, speel met scheikunde en de glazen kolf of luid lach als geen andere Toledaan. Vorige Volgende