Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Veronica Niet dat het Aangezicht dat ik aanschouwde, toen ik het doek weer voor mijn ogen hield, verwrongen was als van een zielsbenauwde, maakt, dat zijn beeld mij nimmermeer verliet. Maar evenmin is het zijn zachtheid, die mij van mijn noodlotsuur is bijgebleven, want wat ik steeds opnieuw voor ogen zie zijn slechts zijn ogen, even opgeheven. Zij zagen mij zo aan als riepen zij het woord, waarvoor mijn zinnen zijn bezweken: ‘Al lijkt het of ik in de wanhoop dreg of dat ik mij tot de verworpenen reken, Veronica, Veronica, de Weg ben ik, Gods donker bloedend Teken.’ Vorige Volgende