Hij is regionaal en universeel, met een accent op het eerste.
Ik geloof dat wij nu weinig moeite zullen hebben om een kort overzicht te geven van de Curaçaose tentoonstelling die thans in verschillende steden in Nederland wordt gehouden. De deelnemers bestaan uit acht Curaçaose schilders en drie Nederlanders die putten uit hun kennismaking met Curaçao. Vandaar dan ook de titel ‘Curaçao, schilderend en geschilderd’.
Ik zal onhoffelijk zijn en eerst met mijn eigen landgenoten beginnen, zij zijn in de meerderheid en ik heb nu eenmaal een heilig ontzag voor de meerderheid. Men vindt onder de Curaçaose schilders, evenals in de grote cultuurcentra, een spectrum van figuratieve tot non-figuratieve kunst. Tot de kunstenaars die een meer of minder conventioneel realisme beoefenen, behoren Hagendoorn, Pieters Kwiers en Ru Jas. Hagendoorn heeft, om een eigenaardig beeld te gebruiken, een zeer vruchtbaar penseel, hij heeft een bizondere voorkeur voor de typisch Curaçaose architectuur en heeft heel wat huiskamers van Petroleum-employés met zijn heldere kleurige doeken versierd. Pieters Kwiers is een kenner van onze baaien met een bizonder oog voor de gebieden waar zee en water bedrieglijk in elkaar overgaan. Ru Jas ondergaat vooral de bekoring van onze heuvels die men naar vorm eerder kleine bergen zou moeten noemen. Vooral de Tafelberg heeft hij herhaaldelijk geschilderd.
In het werk van Theo Hermelijk vindt men een eerste bevrijding van het realisme. Het zijn tweedimensionele gezichten met een uitdrukking van verbazing en gekweldheid, die men overal aantreft waar een mens naar geestelijke verlossing streeft. Charles Corsen voert ons spoorslags in de wereld van het surrealisme. Een bekend schilderij van hem heeft ook hier een plaats gevonden. Het is een menging, zou ik zeggen, van voodoo en Russische iconen. Chris Engels schildert vanuit een expressionistische belevenis, maar zijn middelen zijn een merkwaardige menging van pointillage en laat-impressionisme. Dan blijven nog twee schilderessen over, die voor mij persoonlijk een bizondere aantrekkingskracht bezitten. Het zijn Pauline Cornet, de enige bij het gezelschap die ouder is dan de schilderkunst die door dr. Engels gestimuleerd is, en Lucille Boskaljon, de vrouwelijke helft van het echtpaar Engels.