| |
| |
| |
Bibliografie
In deze bibliografie wordt in principe de uitgave vermeld die bij het onderzoek effectief werd gebruikt. Het jaartaal tussen haakjes betreft de eerste druk.
Aletrino, A., Zuster Bertha. Amsterdam, 1891.
Novellen. Amsterdam, n.g. (1895).
Martha. Amsterdam, n.g. (1895).
Uit 't leven (nov.). Amsterdam, 1901.
Hoe een roman geschreven wordt. De XXe Eeuw, 8e jrg., deel I, 1902, p.702-745. |
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, XI (1e uitgave, 1958). |
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 2e uitgave XII & XIII. |
Anbeek, T., De schrijver tussen de coulissen. Amsterdam, 1978.
Over de romanschrijver Emants. Amsterdam, 1981.
De naturalistische roman in Nederland. Amsterdam, 1982. |
Anbeek, T. e.a., Nederlandse literatuur na 1830. BRT-Teleac, 1984. |
Art, J., Baerten, J. e.a., Geschiedenis van de kleine man. BRT, 1979. |
Asselbergs, W.J.M.A., Het tijdperk der vernieuwing van de Noordnederlandse letterkunde (Deel IX van de Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden). Antwerpen, n.g. |
Auerbach, E., Mimesis - Dargestellte Wirklichkeit in der abendländischen Literatur. Bern, 19592 (1946). |
Baekelmans, L., Uit grauwe nevels (nov.). Antwerpen, 1901.
De dolaar en de weidse stad. Zele, 19786 (1904).
Vier Vlaamsche prozaschrijvers. Antwerpen, 1931. |
Bahr, H., Zur Überwindung des Naturalismus, opnieuw uitgegeven door G. Wunberg. Stuttgart, 1968 (1887-1904). |
Bakker, B.H., Zola aux Pays-Bas, 1875-1885. Revue des Sciences Humaines, XL, 160, 1975, p.581-588. |
Becker, G.J., Documents of modern literary realism. Princeton, 1963. |
Beuchat, Ch., Histoire du naturalisme français. Paris, 1949. |
Bourneuf, R. & Quellet, R., L'Univers du roman. Paris, 1972. |
Brinkmann, R., Wirklichkeit und Illusion. Tübingen, 19773 (1957).
Begriffsbestimmung des literarischen Realismus. Darmstadt, 1969. |
Brom, G., Hollandsche schilders en schrijvers in de vorige eeuw. Rotterdam, 1927.
Schilderkunst en literatuur in de negentiende eeuw. Antwerpen-Utrecht, 1959. |
Brunetière, F., Le Roman naturaliste. Paris, 18963, (1875). |
Brusse, M.J., Landlooperij. Antwerpen, 19072 (1906).
Bij Arij Prins. De Boekzaal, 1e jrg., 1907, p.103-113. |
Buning, L., Gustaaf Vermeersch als flamingant. Wetenschappelijke tijdingen, 1977,
|
| |
| |
p.65-90. |
Buysse, C., Het recht van de sterkste. Amsterdam, 1924 (1893).
Sursum Corda. Brussel, n.g. (1894).
Mea Culpa. Amsterdam, n.g. (1896).
Schoppenboer. Amsterdam, 1898.
Uit Vlaanderen (nov.). Amsterdam, 1899.
Te Lande (nov.). Amsterdam, 1900.
'n Leeuw van Vlaanderen, Brussel, n.g. (1900).
Van arme menschen (nov.). Amsterdam, 1901.
Het gezin Van Paemel (drama). Gent, n.g. (1903).
Daarna. Amsterdam, 1903.
In de natuur (nov.). Bussum, 1905.
Lente (nov.). Bussum, 1907.
Het volle leven. Bussum, 19222 (1908).
Het Ezelken. Brussel, 1971 (1909).
Cyriel Buysse Omnibus. Brussel, n.g.
Derde Cyriel Buysse Omnibus. Brussel, n.g.
Zola's daad in verband met zijn werken. Verzameld werk, 7, Antwerpen, 1982, p.101-117.
Emile Zola. Verzameld werk, 6, Antwerpen, 1980, p.1167-1203. |
Chevrel, Y., Le naturalisme. P.U.F., Paris, 1982.
(samensteller), Le naturalisme dans les littératures de langues européennes. Université de Nantes, 1983.
(samensteller), Le naturalisme en question. Université de Paris-Sorbonne, 1986.
Hendrik Ibsen, Maison de poupée. P.U.F., Paris, 1989. |
Claes, V., De ontdekking van August Strindberg in het Nederlands taalgebied. Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 1980, p.75-133. |
Coenen, F., Verveling. Amsterdam, n.g. (1892).
Een zwakke. Haarlem, 19012 (1896).
Zondagsrust. Amsterdam, 1935 (1902).
Vluchtige verschijningen (nov.). Amsterdam, 1903.
In duisternis. Amsterdam, n.g., (1903).
Burgermenschen. Rotterdam, 1905.
Verzameld werk. Amsterdam, 1956.
Studiën van de tachtiger beweging. Middelburg, 1924.
Kunst en Zedelijkheid. De Nieuwe Gids, 28e jrg., 1913 I, p.751-771.
Charles Dickens en de romantiek. Amsterdam, n.g. (1911). |
Colmjon, G., De renaissance der cultuur in Nederland in het laatste kwart der negentiende eeuw. Arnhem, 1941.
De oorsprongen van de renaissance der literatuur in Nederland in het laatste kwart der negentiende eeuw. Arnhem, 1947.
De beweging van Tachtig. Antwerpen-Utrecht, 1963. |
Couperus, L., Eline Vere. 16e druk, Amsterdam, n.g. (1889).
Noodlot. Amsterdam, 19043 (1891).
Langs lijnen van geleidelijkheid. Amsterdam, n.g. (1900).
De boeken der kleine zielen. 7e druk, Amsterdam, n.g. (1901-1903).
Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan. 5e druk, Amsterdam, n.g. (1905).
Korte arabesken. 9e druk, Amsterdam, n.g. (1911).
|
| |
| |
Metamorfoze (semi-autobiografisch). Verzamelde Werken III, Amsterdam, 1953, p.5-242 (1897).
Schrijvers prentenboek, 9. Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 's-Gravenhage, 19803. |
Couttenier, J.P., Anders kijken naar de letterkunde van de 19e eeuw. Catalogus Nederlandse Letteren in de Leuvense Universiteitsbibliotheek, p.144-149, Leuven, 1983. |
Debbaut, R., Thématique et techniques d'écriture dans le naturalisme d'expression néerlandaise. Le naturalisme dans les littératures de langues européennes, Université de Nantes, 1983, p.107-121.
Naturalisme in de Nederlandse letterkunde. Kultuurleven, 1984, 6, p.567-576.
Naturalisme in de Europese letterkunde. De jongste bevindingen. Kultuurleven, 1984, 9, p.821-835.
Esthétique naturaliste et définition du naturalisme dans la littérature d'expression néerlandaise. Le naturalisme en question, Université de Paris-Sorbonne, 1986, p.67-76.
(samensteller), Tijden van beroering en andere naturalistische verhalen. Antwerpen, 1985.
De konsekratie van de burger bij Cyriel Buysse, 1894-1903. Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap II, Gent, 1986, p.55-106.
Naturalizm w literaturze Niderlandzkiej. Przegląd Humanistyczny I, Warszawa, 1987, p.73-83.
Emile Zola chez Jacques Van Santen Kolff. Les Cahiers naturalistes 63 & 64, 1989 & 1990. |
Debbaut, R. & Musschoot, A.M., Cyriel Buysse Omnibus. Leuven, 1986. |
De Bock, E., Beknopte geschiedenis van de boekhandel in de Nederlanden. Antwerpen, 1943. |
De Bom, E., H. Ibsen en zijn werk. Gent-Amsterdam, 1893.
Wrakken. Brussel, 19382 (1898). |
Deffoux, L., Le Naturalisme. Paris, 1929. |
De Graaf, J., Le Réveil littéraire en Hollande et le naturalisme français (1880-1900). Amsterdam, 1937. |
De Jong, E., Herman Heijermans en de vernieuwing van het Europese drama. Groningen, 1967. |
De Jonge, J.A., De industrialisatie in Nederland tussen 1850 en 1914. Amsterdam, 1968. |
De Keyser, P., Friedrich Nietzsche in Nederland tot 1940. Ons Erfdeel, 1981, 4, p.551-559. |
De Lattre, A., Le Réalisme selon Zola. P.U.F., Paris, 1975. |
De Leeuwen, H.H.J., Gerhart Hauptmann en het toneelleven in Nederland. De nieuwe Taalgids, 57, 1964, 1, p.32-38. |
Delsemme, P. & Trousson, R. (samenstellers), Le naturalisme et les lettres françaises de Belgique. U.L.B., 1984. |
De Maupassant, G., Les soirées de Médan. Paris, 1892 (1880).
Bel-ami. Paris, 1894 (1885).
Pierre et Jean. Paris, 1959 (1888).
Contes et nouvelles. 2 vol., Paris, 1962-1964 (1880-1890). |
Demedts, A., Stijn Streuvels. Een terugblik op leven en werk. Brugge, 1971. |
De Meester, J., Een huwelijk. Bussum, 19072 (1890).
Zeven vertellingen (nov.). Amsterdam, 1899.
Allerlei mensen (nov.). Amsterdam, 1954 (1902).
Louise Van Breedevoort. Bussum, 1903.
Geertje. Bussum, 19173 (1905).
|
| |
| |
De zonde in het deftige dorp. Amsterdam, n.g. (1912).
Dwaalpaadjes in den dooltuin der min (nov.). Amsterdam, 1918.
Over Geertje. De Boekzaal, 1e jrg., 1907, p.83-85.
Iets over de literatuur dezer dagen. Bussum, 1907.
De menschenliefde in de werken van Zola. Rotterdam. 1903.
Aug. P. Van Groeningen en de epiek. Taal en Letteren, 8e jrg., 1898, p.305-330. |
Den Hertog, C.H., Noodlottig determinisme. Amsterdam, 1891. |
De Pillecijn, F., Stijn Streuvels en zijn werk. Tielt, n.g. (1932). |
De Ridder, A., Bij den herschepper van de Jordaan, Querido. Den Gulden Winckel, 14e jrg., 1915, p.5-8 & 17-20.
Bij Cyriel Buysse. Den Gulden Winckel, 8e jrg., 1909, p. 145-151.
Bij Louis Couperus. Amsterdam, 1917.
Bij Gerard Van Hulzen. Den Gulden Winckel, 14e jrg., 1915, p.33-39.
Stijn Streuvels. Zijn leven en zijn werk. Amsterdam, 19072 (1907). |
Desmet, H., Arm Vlaanderen. Hybridische roman uit de periode rond de eeuwwisseling. Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1984, 2, p.234-272. |
De Volder, N., Sociale geschiedenis van België. Mechelen, 1964. |
De Vooys, C.G.N. & Stuiveling, G., Schets van de Nederlandse letterkunde. Groningen, 196630. |
D'Hondt, G., Novellen en schetsen. Amsterdam, 1891.
Van simpele menschen (nov.). Amsterdam, 1906.
De erfenis van Pier-Cies. Bussum, 1924.
Nog over ‘Inzicht’ en ‘Kunst’. Nederlandsch Museum, 4e reeks, 2e jrg., 1892, p. 193-208. |
D'Oliveira, E., Met Dr. A. Aletrino. Den Gulden Winckel, 7e jrg., 1908, p.113-118.
Lode Baekelmans. De Boekzaal, 1e jrg., 1907, p.159-167.
De mannen van '80 aan het woord. Amsterdam, 3e druk, n.g. (1907).
De jongere generatie. Amsterdam, n.g. (1914).
Herman Heijermans. Den Gulden Winckel, 12e jrg., 1913, p.161-165 & 179-184. |
Dubois, J., Romanciers français de l'instantané au XIXe siècle. Bruxelles, 1963. |
Dubois, P.H., Marcellus Emants. Een schrijversleven. 's-Gravenhage, 1964. |
Dumesnil, R., Gustave Flaubert: l'homme et l'oeuvre. Paris, 1932.
Le Réalisme. Histoire de la littérature française IX. Paris, 1936. |
Emants, M., Juffrouw Lina. 's-Gravenhage, 1888.
Haar zuster (drama). 's-Gravenhage, 1890.
Dood (nov.). Haarlem, 1892.
Een nagelaten bekentenis. 2e druk, Amsterdam, n.g. (1894).
Vijftig. 's-Gravenhage, 1899.
Op zee. 's-Gravenhage, 1899.
Inwijding-Haags leven. 's-Gravenhage, 19012 (1901).
Waan. Amsterdam, 1905.
Domheidsmacht (drama). Amsterdam, 1907.
Een drietal novellen. Utrecht, 1981 (1879).
Liefdeleven. Amsterdam, 1976 (1916).
Pro domo. Opnieuw uitgegeven door P.H. Dubois, Amsterdam, 1967 (1880-1916).
Op zee (autopsychografisch). 's-Gravenhage, 1899. |
Erens, F., Dansen en Rhythmen. Amsterdam, 1893.
Litteraire wandelingen. Amsterdam, 1906.
|
| |
| |
Vervlogen jaren. Uitgave door H.G.M. Prick, Zwolle, 1958. |
Flaxman, S.L., Herman Heijermans and nis dramas. The Hague, 1954. |
Flaubert, G., Madame Bovary. Paris, 1919 (1857).
Salammbô. Paris, 1899 (1862).
L'Education sentimentale. Paris, 1899 (1869).
Correspondance I-IV. Paris 1891-1893. |
Fontijn, J. & Lodders, G., Frans Coenen. De Engelbewaarder. Amsterdam, 1981. |
Furst, L.R. & Skrine, P.N., Naturalism. London, 1971. |
Galle, M., Van gedroomd minnen tot ons dwaze bestaan. Het noodlot in het werk van Louis Couperus. Hasselt, 1973. |
Génette, G., Tijdsaspecten in de roman. Assen-Brugge, 1979. |
Gielen, J., Algemene Literatuurgeschiedenis V. Utrecht-Antwerpen, 1952. |
Gobbers, W., Volksbeschaving! Nationaliteit! Ons Erfdeel, 1982, 5, p.718-729. |
Goedgebuure, J., Couperus' vertaling van La tentation de Saint Antoine en de nawerking daarvan in zijn oeuvre. De Nieuwe Taalgids, 70, 1977, p.500-507. |
Greshoff, J. & De Vries, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Arnhem, 19292. |
Hamann, R. & Hermand, J., Naturalismus. Deutsche Kunst und Kultur von der Gründerzeit bis zum Expressionismus. Band II, Berlin, 1959. |
Hamon, Ph., Qu'est-ce qu'une description? Poétique, 1972, 12, p.465-485.
Un discours contraint. Poétique, 1973, 16, p.411-445. |
Hartog, H., Sjofelen (nov.). Rotterdam, 1904. |
Heijermans, H., Trinette. 4e druk, Amsterdam, n.g. (1892).
Kamertjeszonde. Amsterdam, 19067 (1896).
Diamantstad. Amsterdam, 19223 (1904).
De roode flibustier. Amsterdam, 1911.
Toneelwerken I-III. Amsterdam, 1965.
Schrijvers prentenboek, 11. Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecenteum, 's-Gravenhage, 1964. |
Heijermans, H., Mijn vader Herman Heijermans. Amsterdam, 1973. |
Hellemans, F., ‘O, wa veur 'n leven!...’. Cyriel Buysse en het kreatuurlijk lijden. Kultuurleven, 1984, p.555-566. |
Huret, J., Enquête sur l'évolution littéraire. Paris, 1894. |
Huygens, G.W., De Nederlandse auteur en zijn publiek. Amsterdam, 1946. |
Janssens, M., Inleiding tot Streuvels' Volledig Werk II. Brugge, 1972, p.7-157. |
Kingsma, J., Dostojevski in het Nederlands. Dostojevskinummer van Maatstaf, 1981, 1. |
Knuvelder, G., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, 4e deel. 's-Hertogenbosch, 19776.
Inleiding tot Streuvels' Volledig werk I. Brugge, 1971, p.9-131. |
Kossmann, E.H., De lage landen 1780-1940. Amsterdam-Brussel, 1982. |
Kraayeveld R.A.J., Naturalistisch proza in Nederland. Ons Erfdeel, 1984, 1, p.92-110. |
Kulczycka-Saloni, J., Le succès de Zola à l'étranger. Acta Universitatis Wratislaviensis 635, Wroclaw, 1983, p. 171-186. |
Lambert, J., De verspreiding van de Nederlandse literatuur in Frankrijk: enkele beschouwingen. Ons Erfdeel, 1980, 1, p.74-86. |
Lanoux, A., Préface tot de volledige uitgave van Zola's Les Rougon-Macquart, 4 delen. Paris, 1969-1973. |
Lanoux, A., Mittérand, H., e.a., Zola. Hasselt, 1973. |
Leclair, F., Bibliografie van en over Gustaaf Vermeersch. Antwerpen, 1965. |
Lissens, R.F., De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden. Brussel-Amsterdam, 19674. |
| |
| |
Lousse, E., Beschavingsgeschiedenis van de moderne tijden. Leuven-Brussel, 19484 (1935). |
Loveling, R. & V., Nieuwe novellen. Gent, 1876. |
Loveling, V., Een dure eed. Utrecht, n.g. (1891).
Het lot der kinderen. Aalst, 1906. |
Markiewicz, H., Le Naturalisme dans les recherches littéraires et dans l'esthétique du XXe siècle. Revue de littérature comparée, 47e jrg., 1973, p.256-272. |
Martino, P;, Le Naturalisme français. Paris, 19383 (1923). |
Meuleman, B.A., Ibsen en Nederland. Den Haag, 1931. |
Mitterand, H., Suwala, H. e.a., Le roman naturaliste en France et en Pologne. Warchau, 1981. |
Musschoot, A.M., Vader. Een onbekend drama over Cyriel Buysses opvattingen inzake de man-vrouw relatie. Yong, 1982, p.8-15.
Tantes. Cyriel Buysses meesterwerk? Nieuw Vlaams Tijdschrift, 35e jrg., 2., p.331-336.
Van Nu en Straks: 1893-1901. 's-Gravenhage, 1982. |
Musschoot, A.M. e.a., Cyriel Buysse album. Gent, 1982.
Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap I-V. Gent, 1985-1989. |
Musschoot A.M. & Van Elslander, A., Cyriel Buysse et le naturalisme. Revue de culture néerlandaise, 3, 1982, p.8-13.
Verzameld werk Cyriel Buysse, I-VII. Inleiding, Brussel-Antwerpen, 1974-1982. |
Netscher, F., Studies naar het naakt model (nov.). Utrecht, 1982 (1886).
Menschen om ons (nov.). 's-Gravenhage, 1888.
Egoïsme. Amsterdam, 1893.
Chérie. Nederlandsch Museum, 1e jrg., 1884, 2e reeks, p.69-112.
Het daghet uyt den Oosten. De Nieuwe Gids, 1e jrg., 1886, 2e reeks, p.334-361.
Het naturalisme in Engeland. De Gids, 50e jrg. 1886, p.79-91 & 286-306. |
Niess, R.J., Emile Zola's letters to J. Van Santen Kolff. Washington, 1940.
The letters of Emile Zola to Van Santen Kolff. Romanic Review, XXXI, 1940, p.35-43. |
Pirenne, H., Geschiedenis van België, VI. Gent, 1933. |
Pouilliart, R., Le Romantisme III 1869-1896. Paris, 1968. |
Prick, H.M.G., Nawoord tot Van Deyssels Een liefde. Den Haag, 1975. |
Prince, F., André Antoine et le Renouveau du Théâtre Hollandais 1880-1900. Amsterdam, 1941. |
Prins, A., (= Cooplandt), Uit het leven (nov.). 's-Gravenhage, n.g. (1885).
J.K. Huysmans, De Nieuwe Gids, 1e jrg., 1886, 2e reeks, p.219-231. |
Proost, K.F., Frans Coenen. Een beeld van zijn leven en werk. Arnhem, 1953. |
Querido, J., Levensgang. 4e druk, Amsterdam, n.g. (1901).
Menschenwee. Haarlem, n.g. (1903).
Zegepraal. Haarlem, 1904.
De Jordaan (Amsterdamsch epos I). 2e druk, Amsterdam, n.g. (1912).
Van Nes en Zeedijk (Amsterdamsch epos II). 2e druk, Amsterdam, n.g. (1914).
Manus Peet (Amsterdamsch epos III). 13e druk, Amsterdam, n.g. (1922).
Mooie Karel (Amsterdamsch epos IV). Amsterdam, n.g. (1924).
Meditaties over Literatuur en Leven. 's-Gravenhage, 1898.
Over literatuur. Haarlem, 1904. |
Rens, L., Acht eeuwen Nederlandse letteren. Van Van Veldeke tot vandaag. Antwerpen, 1975. |
Rispens, J.A., Richtingen en figuren in de Nederlandsche letterkunde na 1880. Kampen, 1938. |
Robbers, H., De verloren zoon. Een kalverliefde. Elseviers Weekblad, 1950 (1895 & 1892).
|
| |
| |
De vreemde plant. Amsterdam, 19162 (1895).
De roman van Bernard Bandt. Amsterdam, 19134 (1897).
De bruidstijd van Annie de Boogh. Amsterdam, 19177 (1901).
De roman van een gezin: I. De gelukkige familie. Amsterdam, 19205 (1909); II. Eén voor één. Amsterdam, 19204 (1910).
De Nederlandsche literatuur na 1880. Amsterdam, 1922.
Een brief aan G. Van Eckeren. Den Gulden Winckel, 6e jrg. 1907, p.151-157. |
Roemans, R., Kritische bibliographie van Cyriel Buysse, gevolgd door een bibliographie over Cyriel Buysse. Kortrijk, 1931. |
Roemans, R. & Van Assche, H., Bibliografie van Stijn Streuvels. Antwerpen, 1972. |
Romein-Verschoor, J. & A., De lage landen bij de zee. Amsterdam, 1973. |
Ruprecht, E. (samensteller), Literarische Manifeste des Naturalismus 1880-1892. Stuttgart, 1962. |
Schipper, M., Realisme. Assen-Brugge, 1979. |
Schmook, G., Het culturele leven in België 1795-1886. Utrecht, 1955-1956.
Steekproeven in verband met de geschiedenis van het openbare bibliotheekwezen in België. Handelingen van het XXVIe Vlaams Filologencongres, Gent, 1967, p.499-512.
De openbare bibliotheek in verband met den vrijen tijd van de arbeider. Antwerpen, 1932. |
's-Gravesande, G.H., Sprekende schrijvers. Amsterdam, 1935.
De geschiedenis van de Nieuwe Gids, Brieven en documenten. Arnhem, 1955. |
Signori, D.A. & Speirs, D.E., Emile Zola dans la Presse parisienne. Toronto, 1985. |
Simons, L., De uitgever De Seyn-Verhougstraete te Roeselare en te Aalst (1875-1910).
Liber Amicorum G. Degroote, 1980, p. 113-143.
De congressen 1849-1869 en de belangen des boekhandels. De negentiende Eeuw, 1981, 2, p.104-114.
Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen, I. Tielt, 1984. |
Simons, W.J., Omgang met boeken. Amsterdam, s.d. |
Sivirsky, A., Het beeld der Nederlandse literatuur, 2e deel. Groningen, 19703. |
Sourie, L., Inleiding tot de geschiedenis van Van Nu en Straks. Kortrijk, 1942. |
Stapert-Eggen, M., Lijst van de publikaties van A. Aletrino. Bzzlletin, 99, 1982, p. 108-115. |
Stijns, R., Broodnijd (nov.). s.l., 1887.
Ruwe liefde. Antwerpen, 1923 (1887).
Driften (nov.). Gent, 1896.
Hard labeur. Omnibus Vlaamse Parels 19e eeuw, Brussel, 1972 (1904).
In de Ton. Rotterdam, 1891. |
Stijns, R. & Teirlinck, I., Arm Vlaanderen. Gent, 18912 (1884). |
Störig, H.J., Geschiedenis van de filosofie. Utrecht, 19644. |
Streuvels, S., Lenteleven (nov.). Brugge, 196012 (1899).
Volledig Werk I & II, Brugge, 1971-1972.
Avelgem. Volledig Werk IV, p.999-1268, Brugge, 1973 (1946).
In levende lijve. Brugge-Utrecht, 1966. |
Stuiveling, G., De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt. Amsterdam, 19592 (1935).
Inleiding tot Streuvels' Volledig werk IV. Brugge, 1973, p.7-164.
Een eeuw Nederlandse Letteren. Amsterdam, 19825. |
Taine, H., Essais de critique et d'histoire. Introduction de la première édition (p. III-XII). Préface de la deuxième édition (p.XIII-XXVIII), Paris, 190410 (1858).
Histoire de la littérature anglaise. Introduction (p.I-XLIX), Paris, 189910 (1863-1864). |
Ten Brink, J., Emile Zola. Nijmegen, 1879.
|
| |
| |
Geschiedenis der Noord-Nederlandsche letteren in de XIXe eeuw, deel VI. Amsterdam, 1889. |
Uri, S.P., Leven en werken van Arij Prins. Delft, n.g. (1935). |
Valkhoff, P., Emile Zola en Jacques van Santen Kolff. Haagsch Maandblad, 1929, II, 12, p.397-405.
Emile Zola et la Littérature Néerlandaise. Mélanges Baldensperger, Paris, 1930, p.313-326.
Over het realisme in de Nederlandse letterkunde na 1870. De Nieuwe Taalgids, 23, 1929, p.161-179. |
Van Assche, P., De vlek (drama). Antwerpen, 1899.
Galswinthe (drama). Antwerpen, 1900.
Na een zonnedroom (drama). Antwerpen, 1900.
Marcus en Theus (nov.). Rotterdam, 1905.
In 't Veen en Polderland (nov.). Antwerpen, 1905.
Het doode land (nov.). Antwerpen, 1909.
De poel (drama). Antwerpen, 1909.
Lentefee (drama). Antwerpen, 1910.
De afrekening (drama). Antwerpen, 1917.
Hagelinde (drama). Antwerpen, 1917.
De drie broeders (drama). Antwerpen, 1919.
De doode en de wulpsche vrouw. Amsterdam, 1921.
Sevus en de blinde (nov.). Antwerpen, n.g. (1923).
De oogen (drama). Antwerpen, 19262 (?).
Doornenweg (drama). Antwerpen, 1928.
De boer der Wilgenhoeve (drama). Antwerpen, n.g.(?). |
Van Booven, H., Leven en werken van Louis Couperus. Velsen, 1933. |
Van Buuren, M., De la métaphore au Mythe; les Rougon-Macquart d'Emile Zola. Nimègue, 1985. |
Van Deyssel, L., Een liefde (fotografische herdruk van de eerste druk). Den Haag, 19753 (1887).
De kleine republiek. 2e druk, Amsterdam, n.g. (1889).
De eer der Fransche Meesters. Amsterdam, 1881.
Zolaas laatste werk, La Terre. De nieuwe Gids, 3e jrg. 1887, I. p.434-456.
De Goncourt. De Nieuwe Gids, 3e jrg., 1888, II. p.205-228.
Zolaas nieuwe boek. De Nieuwe Gids, 4e jrg., 1888, I. p.147-156.
Kritieken. 3e druk, Amsterdam, n.g.
Beschouwingen en Kritieken. 3e druk, Amsterdam, n.g. |
Van Elslander, A., Cyriel Buysse. Uit zijn leven en zijn werk. Antwerpen, 1960-1961. |
Van Groeningen, A.P., Martha de Bruin. Amsterdam, 18962 (1890).
Een nest menschen (nov.). Amsterdam, 1895. |
Van Hamel, A.G., Over Zola. De Gids, 44e jrg., 3, 1880, p.326-359. |
Van Houtte, J.A., Economische en sociale geschiedenis van de Lage Landen. Antwerpen-Zeist, 1964. |
Van Hulzen, G., Getrouwd. Amsterdam, 19073 (1900).
Van den zelfkant der samenleving. I. De man uit de slop, Rotterdam, 19032 (1903); II. Maria van Dalen, Bussum, 1907.
In hooge regionen. Bussum, 1904.
Cinematograaf. Bussum, 19062.
Wrakke levens (nov.). Amsterdam, n.g. (1907).
|
| |
| |
De ontredderden (1e en 2e bundel, nov.). Amsterdam, n.g. (1908). |
Van Isacker, K., Mijn land in de kering I. Antwerpen, 1978. |
Van Leeuwen, W.L.M.E., Naturalisme en romantiek. Groningen, 1935.
Dichterschap en werkelijkheid. Utrecht, n.g. (1938). |
Van Loenen Martinet, J., Het fatalisme in onze jongste letterkunde. Haarlem, 1891. |
Van Nierop, M., Schopenhauer in het Nederlands. De Revisor, 1980, 7, p.22-30. |
Van Nouhuys, W., Letterkundige opstellen. Amsterdam, 1894.
Studiën en Critieken. Amsterdam, 1897. |
Van Oudshoorn, J., Doolhof der zinnen (gebundeld werk). Amsterdam, 1950. Bevat: Willem Mertens' levensspiegel (1914); Louteringen (1916); Pinksteren (1929); De tweede fluit (1917); Aan zee (1917); Tobias en de dood (1925).
Achter groene horren. 2e druk, Amsterdam, n.g. (1943).
Bezwaarlijk verblijf. Amsterdam, 1969. |
Van Santen Kolff, J., Over de nieuwe richting in onze schilderkunst. De banier, 1877, 3, p.349-399.
Bijdragen in Le Livre Moderne, 1891, III-IV; L'Art et L'Idée, 1892, I, De Nieuwe Gids, 1888, I; De Portefeuille, 1885-1895; Die Gegenwart, XLIV, 1893; De Kunstwereld, 1893.
Brieven van Emile Zola aan J. Van Santen Kolff. De Nieuwe Gids, 1931, I, p.178-189, 266-278, 406-411, 532-540. |
Van Tricht, H.W. & Prick, H.G.M., Briefwisseling tussen Frederik van Eeden en Lodewijk Van Deyssel. Zwolle, 1964. |
Van Vlierden, B.F., Van In 't Wonderjaar tot de Verwondering. Antwerpen, 1969. |
Van Vreckem, P.H.S., De invloed van het Franse naturalisme in het werk van Cyriel Buysse. Brussel, 1968. |
Vermeersch. G., De oude visscher. Vlaanderen, 1e jrg., 1903, p.389-419.
De gewone gang. Vlaanderen, 2e jrg., 1904, p.394-418.
De schuifelaar. De Vrije Tribune, 2e jrg., 1904, p.497-512 & 545-565.
De last. Bussum, 1904.
Witte donderdag. Het leven, 1e jrg., 1905, p.219-229; 245-262.
De aanslag. Vlaanderen, 3e jrg., 1905, p.289-317.
Mannenwetten. Bussum, 1905.
Kuddegeest. Vlaanderen, 5e jrg., 1907, p.273-306.
Langs passie's weg. Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 17e jrg., 1907, p.120-130.
Nazomer (+ Van de nood een deugd). Rotterdam, 1907.
Het Wederzien. Maldeghem, 1909.
Het rollende leven. Bussum, 1910.
Een ras dat herleeft. De Vlaamsche Post, 2 december 1915 tot 11 maart 1916.
Een oproep tot de Vlamingen. Brussel, 1916.
Klosjes, klosjes...en andere verhalen. Hasselt, 1964 (herdruk van een aantal novellen gepubliceerd tussen 1903-1910).
Bijdragen in De Vrije Tribune. 4e jrg., 1906 en 5e jrg., 1907 en Ontwaking, 8e jrg., 1908.
Het raadsel. Vlaanderen, 4e jrg., 1906, p.335-343, 366-385 en 417-436.
Iets over mijn leven. Den Gulden Winckel, 6e jrg., 1907, p.71-76. |
Vermeylen, A., Van Gezelle tot heden. Brussel-Amsterdam, 1949. |
Vervliet, R., Cyriel Buysse tussen historiciteit en actualiteit. Ons Erfdeel, 1982, 4, p.538-548. |
Veth, C., Vijftig jaar Nederlandse letterkunde in dertig karikaturen. Ingeleid en toege- |
| |
| |
licht door H.G.M. Prick, Amsterdam, 1980. |
Vlasselaers, J., Literair bewustzijn in Vlaanderen 1840-1893. Leuven, 1985. |
Vliebergh, E., De landbouw en de landelijke bevolking in België sedert 1830. Dietsche Warande en Belfort, 1905, p.409-440. |
Wauters, K., Wagner en Vlaanderen 1844-1914. Gent, 1983. |
Weisgerber, J., De oorsprong van de moderne roman in Vlaanderen en zijn ontwikkeling van 1837 tot 1927. Aspecten van de Vlaamse roman 1927-1960, Amsterdam, 1964, p.9-39. |
Westerlinck, A., Facetten van het naturalisme. Mens en grens, Brugge, 1972, p.7-82. |
Witte, E. & Craeybeckx, J., Politieke geschiedenis van België sinds 1830. Antwerpen, 1981. |
Zola, E., Les Rougon-Macquart. Paris, 1969-1973.
Le Roman expérimental (verzamelbundel essays). 18818 (1881).
Correspondance. Paris 1908. |
Mondelinge en schriftelijke inlichtingen werden me tevens bezorgd door prof. Dr. A. Keersmaekers (UFSIA), Dorothy E. Speirs (Research program on Zola and Naturalism, University of Toronto), D. Baguley (Research program on Zola and Naturalism, plus University of Western Ontario), M. Van Buuren (Utrecht), Y. Chevrel (Paris-Sorbonne), S. Hoefert (University of Waterloo, Ontario), A.M. Musschoot (RU Gent).
|
|