Nederlandsche gedichten
(1869)–Jan Baptist David– Auteursrechtvrij
[pagina 71]
| |
VIII Dr J. Nolet de Brauwere van Steeland.
| |
[pagina 72]
| |
Neen, zoo lang me een snaer zal resten,Ga naar voetnoot7.
Speel ik moedig op de luit:
‘De oude liedjes zijn de besten:Ga naar voetnoot9.
10[regelnummer]
Goede vrienden, achteruit!’
Ondanks brommen en gemorGa naar voetnoot11.
Van een hoop verwaeide klanten;Ga naar voetnoot12.
Snoeverij en barsch gesnor,Ga naar voetnoot13.
| |
[pagina 73]
| |
Daeglijksch brood der ultrà-kranten;Ga naar voetnoot14.
15[regelnummer]
Denk niet dat ik mij bekreunGa naar voetnoot15.
Om dien hooggestemden deun.Ga naar voetnoot16.
Wat voor eeuwverlichte venterGa naar voetnoot17.
| |
[pagina 74]
| |
Nieuwerwetsche liedjes fluit',Ga naar voetnoot18.
'k Hou mij aen den ouden slenter:Ga naar voetnoot19.
20[regelnummer]
‘Lieve menschen, achteruit!’Ga naar voetnoot20.
Voorwaerts is het wonderwoord,Ga naar voetnoot21.
Hoog en laeg ons voorgezongen;Ga naar voetnoot22.
't Wordt van oud en jong gehoord,Ga naar voetnoot23.
Maer bijzonder van de jongen.
25[regelnummer]
Voorwaerts is de werelddroom:Ga naar voetnoot25.
Iedereen wil voort per stoom;Ga naar voetnoot26.
Allen zie ik watertanden,Ga naar voetnoot27.
| |
[pagina 75]
| |
Hunkren naer 't verboden fruit,Ga naar voetnoot28.
Hoe 'k hun toeroep: ‘Af de handen!Ga naar voetnoot29.
30[regelnummer]
Adamskindren, achteruit!’
Reeds als kind zijn wij verknoeid:Ga naar voetnoot31.
Wars van blijde en losse spelen,Ga naar voetnoot32.
Staen we, als wijsneus opgegroeid,Ga naar voetnoot33.
Ons en andren te vervelen.
35[regelnummer]
Vast niet hooger dan een kruik,Ga naar voetnoot35.
Noemen wij papa een pruik;
Wijze raed heet dwaes geleuter.Ga naar voetnoot37.
't Voorwaerts maekt een' open guitGa naar voetnoot38.
Tot een drooge en stijve kleuter:Ga naar voetnoot39.
| |
[pagina 76]
| |
40[regelnummer]
‘Zoete kleintjes, achteruit!’
Pas ontkiemt de stoppelbaerd,Ga naar voetnoot41.
Of de jeugdige verstandjes
Schatten 't albewind zich waerd.Ga naar voetnoot43.
Metternichjes, Talleyrandjes,
45[regelnummer]
Wat ook de ondervinding leer',
Beter weten zij en meer.
Vroeger stelsels zijn oudbakken;
Elke maegre schoolkornuitGa naar voetnoot48.
Redeneert op hooge hakken.Ga naar voetnoot49.
50[regelnummer]
‘Witbroodjongens, achteruit!’Ga naar voetnoot50.
Steun der oude maetschappij,
Gij ook gingt voor ons verloren,
Kleingegoede burgerij!
| |
[pagina 77]
| |
't Voorwaerts schuifelt u in de oorenGa naar voetnoot54.
55[regelnummer]
En verwringt uw neringsspil.Ga naar voetnoot55.
Wie, die thans niet hooger wilGa naar voetnoot56.
Dan zijne armen mogen reiken,
En benijdt zijns buermans kuit?Ga naar voetnoot58.
‘Schrale sparren zijn geene eiken:Ga naar voetnoot59.
| |
[pagina 78]
| |
60[regelnummer]
Brave lieden, achteruit!’
't Voorwaarts kittelt 't schoon geslacht:
Onze meiden zijn mevrouwen
In haer kleeding, in haer dragt:Ga naar voetnoot63.
Zijden jurk met modemouwen,Ga naar voetnoot64.
65[regelnummer]
Hoed en shawl en kanten kraeg;Ga naar voetnoot65.
Of ze ons groeten? 't Blijft een vraeg.Ga naar voetnoot66.
Ziet ze draeijen, waeijen, wippenGa naar voetnoot67.
En laveren als een schuit,Ga naar voetnoot68.
Opgeflikt als ijdle snippen:Ga naar voetnoot69.
70[regelnummer]
‘Malle sloeries, achteruit!’Ga naar voetnoot70.
| |
[pagina 79]
| |
Niemand blijft meer bij zijn' staet:
Melkboerjongen waert gij gister;
Heden zijt gij advocaet;
Morgen wordt gij nog minister.
75[regelnummer]
Wie de koe dan melken zal?
Gij; maer niet op vaders stal.
Wat gij wont met kan en schuijer,Ga naar voetnoot77.
Worde au figuré uw buit:Ga naar voetnoot78.
't Budjet heeft zoo'n vollen uijer!
80[regelnummer]
‘Stoute kinkel, achteruit!’Ga naar voetnoot80.
Talloos is de groote hoop
Dier verhongerde advocaten.
In het Voorwaerts ligt de knoopGa naar voetnoot83.
Van hun oorverdoovend praten:
85[regelnummer]
‘Met den mond en met de pen,
Snaetren, krabblen tot 'k er ben!Ga naar voetnoot86.
Plaets voor mij en pak uw biezen,Ga naar voetnoot87.
Of ik werp de lont in 't kruid!’
| |
[pagina 80]
| |
Wie zon geen geduld verliezen?
90[regelnummer]
‘Kale jakhals, achteruit!’Ga naar voetnoot90.
Zulk een Voorwaerts maekt mij bang;
't Baert mij akelige droomen.
Liever ga 'k den kreeftengang,
Dan in 't wilde voort te stoomen.
95[regelnummer]
Wien dat hobblig draven lust',Ga naar voetnoot95. -
'k Hou van de ouderwetsche rust.
Liever stilstand bij den vrede
Dan vooruitgang door gemuit.
'k Speel dat spelletje niet mede:
100[regelnummer]
‘Rustverstoorders, achteruit!’
Brave, goede, beste liên,
Die gewillig naer mijn preek hoort;
Vaek beproefd, verleid misschien,Ga naar voetnoot103.
Zijt indachtig aen het spreekwoord:Ga naar voetnoot104.
105[regelnummer]
‘Lapper, blijf toch bij uw leest!’Ga naar voetnoot105.
't Is van oudsher zoo geweest,Ga naar voetnoot106.
| |
[pagina 81]
| |
En het ging daerom niet slechter.
Wat men u aen 't oorvlies tuit',
Stopt katoenwol in dien trechter:Ga naar voetnoot109.
110[regelnummer]
‘Volksverleiders, achteruit!’
Slechts de kunst, de wetenschap,
Nijverheid en letterkunde,
Klimmen tot den hoogsten trap!Ga naar voetnoot113.
Wie het Voorwaerts haer misgunde,
115[regelnummer]
Ware hij de leukste Piet,Ga naar voetnoot115.
'k Schonk hem mijn vertrouwen niet.
Wie zich aen dat licht verbrande,Ga naar voetnoot117.
Die het liever doov' dan snuit',
Op hem kome schade en schande:
120[regelnummer]
‘Looze dompneus, achteruit!’
Zustrental dat niemand scheidt,
Milde bron van welvaertstichting,Ga naar voetnoot122.
Wetenschap, kunst, nijverheid,
Lettren, fakkel van verlichting!
125[regelnummer]
Leidt gij onze maetschappij
Voorwaerts! Blindlings volgen wij.
Is het niet uit uw verkeeringGa naar voetnoot127.
| |
[pagina 82]
| |
Dat ons stoflijk welzijn spruit?
Wie ons voorliegt andre leering,
130[regelnummer]
‘Snuggre staetsliên! achteruit!’Ga naar voetnoot130.
Maer op 't politieke veld,
Slecht bezonnen, in den dollen
En met radeloos geweld,Ga naar voetnoot133.
Zonder teugels voort te hollen,Ga naar voetnoot134.
135[regelnummer]
Onbehouden in uw vaert,Ga naar voetnoot135.
Als een steekblind sleperspaerd:Ga naar voetnoot136.
| |
[pagina 83]
| |
't Brengt geen voordeel, bij mijn wete,Ga naar voetnoot137.
En het kost soms have en huid.Ga naar voetnoot138.
Of dat al vooruitgang heete:
140[regelnummer]
‘Staetsbestormers, achteruit!’
Zuerdeeg in de politiek,Ga naar voetnoot141.
Oorzaek van bestendig gisten,Ga naar voetnoot142.
Haentjes van de republiek,Ga naar voetnoot143.
Poespas van socialisten,Ga naar voetnoot144.
145[regelnummer]
Demokraet en radikael,
| |
[pagina 84]
| |
'k Wensch dat Joost u allen hael'Ga naar voetnoot146.
En voor goed in 't donker ruime!Ga naar voetnoot147.
Dat van elken landschavuitGa naar voetnoot148.
Iedre Staet zijn potje schuime:
150[regelnummer]
‘Kankervraten, achteruit!’Ga naar voetnoot150.
Eer 't uw vreedzaem heil verbruit,Ga naar voetnoot151.
Prent het vast in uw geheugen:
Al dat Voorwaerts deugt geen duit,
(Lieve menschen!) wat moog deugen!Ga naar voetnoot154.
155[regelnummer]
Brave burgers, houdt u stil;
Hoe een voorwaertsvogel wil'Ga naar voetnoot156.
Honig om den mond u smeren,
Zingt mij na met kloek besluit:Ga naar voetnoot158.
‘Booze gier met pauwen veren,
160[regelnummer]
Listig roofdier, achteruit!’
|
|