Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 305] [p. 305] België. Welk schouwspel evenaart Der stille schemervaart Langs Vlaandrens kust voorbij, Wanneer de zonne zinkt, En zee en hemel blinkt In vlammentooverij, Terwijl maatslaande de vliegende riemen De ruischende branding ijlings doorstriemen? Welk stad- of hoftooneel Toont zetels van fluweel, Zoo geur- en kleurenrijk, Als akker, beemd of wei, Als gras en bloemensprei Langs Maas- of Scheldedijk? Wie wilde aan den oever dier welige stroomen Niet zalig en vrij zijn leven verdroomen? [pagina 306] [p. 306] Zuidoost van Belgenland Heeft God een woud geplant, Geheimvol paradijs, Waar als de zomer heerscht, De minne zich het teerst Verraadt in toon en wijs, Maar tevens voor spieders zich weet te beschutten In schaduwspreidenden looverhutten. Wat lieflik oponthoud Biedt akker, duin en woud Den vrienden der natuur? O heerlik vaderland, O kostlik liefdepand, Ons boven alles duur! Wel schenkt ge mij 's levens verhevenste lusten, Eens schenkt ge mij 't plekjen om eeuwig te rusten! Vorige Volgende