Verspreide en nagelaten gedichten
(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij
[pagina 293]
| |
[pagina 294]
| |
In 's woudes donker schijnen,
Om 's wandlaars dorst te lesschen,
Frambozen als robijnen
En kolenzwarte bessen;
Ook zullen u zoete kersen
Daar laven en ververschen:
Dies past geen lang besluiten -
Het wekt u
En trekt u
Naar buiten!
En wenscht ge soms veur liefjen
Gewelfde lommerpaden,
En dit of dat geriefjen
Uit mos, uit gras of bladen?
Gedienstig en verborgen
Zal 't bosch het al bezorgen -
Tot koekoek toe en puiten,
Het wekt u
En trekt u
Naar buiten!
|
|