Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] De morgen is helder. De morgen is helder, de hemel blauw, De grasplein schittert van peerlenden dauw, De streelende geur, die de roze bevrucht, Doorbalsemt de lavende lentelucht. Nu drijft mij alles met toovergeweld Van huis en hof ten lachenden veld'; Daar slingert door jeugdigen bloemenschat Mijns levens verlokkende kronkelpad. Ginds klinkt het woud, hier murmelt de bron, Alomme verrukt mij de rijzende zon; En alles, wat streeft door het jonge getij', Verheugt zich in God en jubelt met mij. Vorige Volgende