Gedichten(1850)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 178] [p. 178] Vlaamsch en Duitsch. O Moederspraak, du bist my waard En lief als geest en goed, Dy hang ik aan met trouwen aard, Met zuiver jonglingsbloed; Des vaderlands eerwaarde schoot, Dien Arndt bezong, is breed en groot, En wie 's lands grootheid af kan meten. Zal dy, myn wellust, nooit vergeten. In 't vlaamsch klonk myner moeder zang, By 't teeder wiegenlied, En zulk een dierbren zielenklank Vergeet myn harte niet. Doch duitsch en vlaamsch zyn nauw verwant, Zoo nauw als rechte en linker hand, En duitsch is duitsch, 't zy hoog of neder- Dat klinke in onze zangen weder. En duitsch zy duitsch! Verdorr' geen telg Aan Duitschland's eikenboom, By zyne schaduw ruste elk Belg Van Maas en Scheldezoom. Ja, duitsch zy duitsch! die taal alleen Zegt ons van waar, zegt ons waarheên; Der wetenschappen neveldalen Verlicht zy met haar zonnenstralen. Vorige Volgende