Gedichten
(1850)–Johan Michael Dautzenberg– AuteursrechtvrijDietsche Taal. - Vlaamsch rechtGa naar voetnoot(1).Geprezen zy in eeuwigheid,
Wie voor de moedertaal
Het heilig burgerrecht bepleit
In Belgies Statenzaal;
Wie nimmer voor het franschdom bukt,
Maar steeds dien vyand gram,
Niet eenen twyg wil afgerukt
Van onzen dietschen stam.
Geprezen in der eeuwigheid
De vry verlichte WaalGa naar voetnoot(2),
Die voor de vlaamche tale pleit
In Belgies Statenzaal,
| |
[pagina 122]
| |
Die wil, dat ook de Waal de spraak
Der landgenooten acht',
Dat hy het Dietsch zich eigen maak'
Met al zyn tooverkracht.
Maar vloek in aller eeuwigheid
Den vlaamschen liberaal,
Die tegen de eigen tale pleit
In Belgies Statenzaal,
Die voor het nieuwe Babelsticht
Het blinde voorhoofd bukt,
En als onzalig bastertwicht
Op land en burger drukt.
Vervloekt in aller eeuwigheid
Des landes eerste kwaal!
Vervloekt wie voor den vreemde pleit
In Belgies Statenzaal!
Vervloekt, wie van den vlaamschen grond
Het dietsch te bannen zoekt!
Hy zy door elken vlaamschen mond
In eeuwigheid gevloekt!
|
|