tief van de Oudheidkundige Kring van het
Land van Waas en dat een unieke reeks merkwaardige atlassen en wereldbollen van
Mercator rijk is.
Wij lopen rond de kerk om de stemmige sfeer van dit plein te ondergaan en zien
het leuke wegwijzertje dat de toerist veilig naar alle merkwaardigheden loodst
die Rupelmonde te bieden heeft. Bovenop troont weer Mercator, gezeten op een
vis, met een wereldbol in de hand. Wij kiezen voor het Mercatoreiland waar ook
Reynaert in menige gedaante op de loer ligt. Voorbij de witte Wegomkapel, die
toegewijd is aan O.-L.-Vrouw Troost in Nood, naar het bruggetje met vossekop.
Hier krijgen wij een mooi uitzicht op wat het Mercatoreiland kwistig toont:
vóór ons het monumentale beeld ‘Reinaert;
pelgrim en torenwachter’ van Anton Damen, rechts de eeuwenoude
getijmolen, waarin een rijk Reynaertmuseum is ondergebracht, links de
Reynaertmuur met gekleurde halfverheven beeldhouwwerken van Wilfried van den
Broeck. En boven dit alles uittorenend: de Graventoren met boeiend Scheldemuseum
en vanaf de torentinne een schitterend uitzicht. Voeg daarbij nog links de oude
Kasteelhoeve (18de eeuw) en rechts het Lodewijk Scheltjensplein met
scheepsankerverzameling en kunstenaarsbanken.
Het museum is open van Pasen tot Allerheiligen van 10 tot 18 uur. In het kleine
houten gebouwtje links van de kapel krijg je voor 20 fr. een ticket waarmee je
toren, onderaardse gang en Reynaertmuseum kunt bezoeken; de andere
merkwaardigheden van het Mercatoreiland kunnen vrij worden verkend. In dit
gebouwtje kunnen ook folders, wandelkaarten en boeken in verband met de Schelde
en het Scheldeland aangeschaft worden. De kinderen kunnen achter de hut op het
gras plaatsnemen om er op de ‘Reynaertweide’ naar het
Reynaertverhaal op band te luisteren. Eerst de Reynaertmuur: acht taferelen die
onder andere ook aan Reynaerts historie werden ontleend, maar
men zal gemakkelijk de acteurs herkennen: Nobel, de vos met zijn kroost, Coppe,
Belijn, Isegrim en andere Canteclaers. Uitgebeeld werden onder meer de vos die
zijn biecht spreekt, Bruun in de eik, de klokkenluidende Isegrim, Canteclaer die
zijn dierbaar kind Coppe op een baar aanvoert en de fabel van de kraan en de
vos. Vooraleer de toren te beklimmen lopen we het Lodewijk Scheltjensplein op.
Lode Scheltjens (1861-1946) was destijds een zeer populair toneelschrijver, die
zijn inspiratie zocht en vond bij de eenvoudige mensen (steenbakkers, vissers,
krankzinnigen) uit zijn onmiddellijke omgeving. Hij schreef meer dan vijftig
stukken, honderd procent volkstoneel. Internationale bekendheid verwierf hij ook
als dierenvriend en pionier op