Het Fort van Steendorp
Terug naar de auto. Waar de eerste huizen van Steendorp opduiken, moeten we het
huisnummer 58 in het oog houden (in de gevel een mooi basreliëf).
Hier moeten wandelaars uitstappen. Links is er de mogelijkheid om te parkeren.
Zoek het smalle pad op rechtover nr. 52, een steile klim tussen wild en dicht
struikgewas, misschien ooit een privé-tuin want er staan heel wat
fruitbomen. Dit paadje moeten we op om één van de mooiste
stukjes Waasland te zien die vandaag nog kunnen worden ontdekt. De beginmeters
schrikken wellicht wat af (het is er smal, soms veel insekten) maar eenmaal
boven op de cuesta ontplooit zich een bijzonder mooi panorama (maar dan moeten
wij niet teveel opzij kijken waar de gelaagputten liggen van de nabije
steenbakkerij). Rechtdoor blijven gaan tot aan een tweesprong, het pad wordt
intussen breder en de wilde warreling is er niet meer. Een diepe gracht en een
stenen muur aan de overkant: het Fort van Steendorp dat tot de tweede
verdedigingsgordel van Antwerpen behoorde en dat gebouwd werd in 1872 (samen met
dat van Walem en Lier: de Rupel-Netelijn). De architect ervan was
luitenant-generaal Brialmont. Vandaag een echte en verlaten
‘wildernisse’ waar de ‘schuivuit’
aan zijn trekken zou komen. Men kan rond het fort wandelen, maar dan liefst het
pad links nemen. Een bijzonder lonende tocht, eenzaam, woest, panoramarijk, met
links golvende velden en weiden. Er moet wel bij gezegd worden dat de tocht iets
avontuurlijks inhoudt. Het militair domein Fort van Steendorp mag in theorie
niet betreden worden. De praktijk leert echter anders.
Wanneer we na deze verkwikkende tocht weer verder rijden, letten we even op het
huis nr. 26 juist vóór de steenbakkerij, waar een gedrocht
de toegang bewaakt en meteen rijden we het nogal eigenaardige Steendorp binnen.
Een echt Scheldedorp: lage huisjes, klimmend en dalend, de dijk van waarop we
over de Schelde heen de broeken aan de overkant kunnen zien. Sedert het bakken
van stenen (al in de Gallo-Romeinse tijd) nu tot één
bedrijf beperkt werd, pendelt de bevolking hoofdzakelijk naar het nabije
Antwerpen. Tegenover De Reyen, de Gelaagstraat en even verder de eigenaardige
kerk; de toren mist een spits en doet ‘kastelig’ aan. Een
aanrader voor de wandelaar: rijd verder de Gelaagstraat in tot rechts de
Oeverdam bereikt wordt: het ‘Vuurkouterpad’ (folder in de
Watermolen te Temse). Je loopt op de rand van de vroegere gelaagputten en komt
even later in het Koningsbos terecht (Rupelmonde) met mooie platanendreef en
Reynaertmonu-