Schousselbroek
Terug nu naar de Fonteinstraat, voorbij de reeds bekende Amelbergakapel, het
rustiek-antieke hoevetje en woonhuis-atelier van Aubroeck. Eenmaal uit de
bewoonde kern golft de Fonteinstraat, die weldra Oostburg wordt. Wij rijden
doorheen een aantrekkelijk landschap: links de vrij steile Wase cuesta, rechts
het groene Schousselbroek. Tegenover de Vijfhuizenstraat rechts opnieuw een
kapel (de achtste van de Wegom): de zogenaamde kapel van de ‘Vijf
Huizen’ of anders nog van de ‘Zwarte Fles’.
Opgelet bij de volgende tweesprong: wij moeten naar beneden om de Scouselestraat
te volgen. Weldra rechts een asfaltweg die pijlrecht het Schousselbroek
inschiet. We parkeren de auto waar het kan, lopen de asfaltweg op dwars door het
Schousselbroek, een 150 ha groot poldergebied en een bijzonder rijke biotoop met
akkers, weiden, wissencultuur, bos, waterplassen. Dit broek behoort tot het
natuurpark Scheldeland. Het is meer dan 250 planten rijk (gevlekte orchis,
keverorchis, krabbeschaar, daslook, vogelmelk enzovoort) en... een vijftigtal
slakkensoorten. Maar als je slakken te slijmerig vindt, luister dan liever naar
de kleine zangvogels, die er in grote getale nestelen. Buizerds en sperwers
houden er hun winterverblijf. Bij het einde van de asfaltweg rechts een visput,
één van de welen in het broek. We klimmen op de dijk en
kijken over schorren en water naar de horizon aan de overkant waar spitse
torentjes priemen boven de bomen en zich links het Notelaerpaviljoen duidelijk
aftekent. En misschien passeert er intussen een luie aak met zacht getamp.
Een woordje over de Notelaer. Het classicistisch gebouw was vroeger een
jachtpaviljoen op de Scheldedijk (1794). In 1965-66 werd het volledig
gerestaureerd en vandaag vind je er heel wat informatie over het Scheldeland en
is het als museum ingericht.