Het land van Reynaert
(1993)–Rik Van Daele, Herman Heyse, Marcel Ryssen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
schilderijen vanaf de 16de eeuw, de verzameling Matthys-Vanneste (Rubens, Ensor, De Braeckeleer, Evenepoel ...), de schenking Verstraeten (oude meesters), werk van regionale kunstenaars, pronkmeubelen, porselein, koper ... Het herenhuis in eclectische stijl (1928-30) heeft een prachtig en luxueus interieur. Een van de pronkstukken van dit museum is een Reynaertkabinet (-scribaan). Het gaat om een schrijfkabinet, oorspronkelijk bestaande uit een schrijftafel en als bovenstuk een opbergruimte met laatjes rond een centraal paneel dat als deurtje functioneert. Op dat deurtje en die laatjes komen tinnen afbeeldingen voor uit het Reynaertverhaal, een vrij exclusief onderwerp voor meubelversiering. Er zijn slechts zeven dergelijke kabinetten bekend. Dit kabinet werd aangekocht door het stadsbestuur van Sint-Niklaas tijdens een veiling in 1974 te Parijs. Reynaert leefde hier intens na het Reynaertspel en schepen Willem Melis gaf aan de stadsontvanger en de stadsbibliothecaris zijn zegen om het kabinet naar Sint-Niklaas te krijgen. Wie vertrouwd is met het verhaal zal de taferelen vrij gemakkelijk identificeren: de hofdag, de klacht van Isegrim, het graf van Coppe, de mishandeling van Bruun, de mishandeling van Tibeert, de verdediging van Reynaert, Reynaert die de galg bestijgt en tenslotte Reynaert die in eer wordt hersteld. Misschien mag hier ook even gewag gemaakt van nog een tweede scribaan dat heel wat bindingen heeft met het Waasland. Tot 1984 bevond het zich in het huis (Voorhout, Kemzeke) van Willem Melis, eminent Wazenaar en vossejager, die het van zijn vader geërfd had (ooit aangekocht op een boerderij tussen Kruibeke en Beveren, evenwel in verminkte toestand en later gerestaureerd). Dit kostbaar meubel bevindt zich nu in een privé-collectie te Waismes-Tirimont (nabij Malmédy-Sankt-Vith). We nemen nu links de Casinostraat, links de Van Britsomstraat en lopen voorbij de stadsschouwburg links tot bij het Sint-Jozef-Klein-Seminarie (Kollegestraat) met kloosterpand en barokke Sint-Antoniuskerk (1696). Mier verbleven eertijds de paters recoletten tot de Franse Revolutie daar een eind aan maakte. Als je binnengeraakt kan je genieten van het zeer mooie barok- en rococomeubilair. Priesterdichter en Reynaertkenner Anton van Wilderode (pseudoniem van Cyriel Coupé, geboren in 1918) gaf hier sinds 1946 ononderbroken les in de poësis (en hij woonde toen ook in de Kollegestraat). Paul Snoek was wellicht zijn beroemdste leerling. Jonge talenten als Erik Spinoy en Dirk van Bastelaere werden hier gevormd. We keren door de Kollegestraat terug naar de Grote Markt. Wie een beetje geluk heeft, ziet misschien wel een lucht- | |
[pagina 124]
| |
ballon opstijgen. Wie daar zeker van wil zijn, moet de stad tijdens de Vredefeesten in het eerste septemberweekend bezoeken. Dan doet Sint-Niklaas zijn naam als ballonstad alle eer aan. Voor wie Sint-Niklaas nog verder verkennen wil, heeft de stad nog heel wat te bieden. Mogen we nog even verwijzen naar het foldertje Stadskernwandeling waarin vier wandelingen werden uitgewerkt? Op het O.-L.-Vrouweplein, de kerk van O.-L.-Vrouw Bijstand der Christenen. Het reusachtige madonnabeeld van Van Havermaet werd als het ware hét kenmerk van Sint-Niklaas. De mengeling van stijlen doet byzantijns aan. Merkwaardig interieur, vooral dan omwille van de muurschilderingen van Guffens en Swerts. Kapellen te over in Sint-Niklaas. We beperken ons tot het Ecce Homokapelletje uit 1757 in de Nieuwstraat en de bouwvallige H. Hartkapel in de Kleibekestraat: voor de kapel een arduinen kruis, opgericht ter nagedachtenis van enkele Wazenaars die tijdens de Boerenkrijg sneuvelden. Aandacht ook voor een merkwaardige molen in de Don Boscowijk, gekend al de ‘Witte Molen’, een van de drie nog resterende Wase molens. Vroeger waren er dat ongeveer honderd. Achtkantige bakstenen grondzeiler uit 1696-97, die eertijds aan de heer van Walburg toebehoorde. De molen, waarvan de zeilen vanaf de begane grond moesten bediend worden, deed dienst als korenmolen en als olie-molen. Met molenaarshuis is nu een café-restaurant; sedert 1979 is de molen eigendom van de stad. In de Don Boscokerk, nabij de molen, een mooie kruisweg van Karel Mechiels. Ook de Christus Koningkerk (Heistraat) met zijn opvallende alleenstaande toren is bouwkundig interessant (1938). De Brusselse architect Verwilghen zorgde voor een persoonlijke interpretatie van een Romeinse basilica. Binnenin werken van lokale kunstenaars: apostelbeelden van Werner Heyndrickx, een kruisweg van Robert van de Velde en glasramen van Sander Wynants en Staf Pijl. |
|