lore, een rijke verzameling fossielen en schelpen, bodemvondsten
uit het Waasland met o.a. de Romeinse muntschat uit Belsele (zie p. 100),
Merovingische bekers en zwaarden en niet te vergeten een Mercatorafdeling met
(ongeveer veertig) zeldzame atlassen en globes, waaronder eentje gemaakt voor de
fameuze Granvelle.
Het gebouw, een oud herenhuis van de familie Janssens de Varebeke, is thans de
zetel en het archief van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. Er vlak
naast vinden net als in de Cipierage wisselende tentoonstellingen plaats. Net
als alle Sint-Niklase musea geopend van dinsdag-zaterdag (14-17 uur) en op
zondag van 10-17 uur (30 BF per museum of een museumkaart).
Even verder, rechts in de Regentiestraat 65 moet u het Internationaal
Exlibriscentrum zoeken. Circa 100.000 ex-libris, waaronder heel wat
Reynaert-ex-libris, aangevuld met drukpersen en een bibliotheek. Een ex-libris
is een klein getekend vignet dat dient als eigendomsmerk in een boek.
Verder daar ter plaatse een kapperstentoonstelling: Barbierama, zeg maar
voorwerpen die de geschiedenis van het kappersberoep illustreren, met als
koninginnestuk vier salons van rond de eeuwwisseling. Ook nog de permanente
tentoonstelling ‘Van muziekdoos tot grammofoon’ met
inleidende diamontage en een verzameling mechanische muziekinstrumenten en tot
slot de Belgische geschiedenis op zakuurwerken. Verder treffen we hier nog heel
wat Boudeloherinneringen aan in de collectie die door archeoloog Alfons de Belie
werd samengesteld (Boudelozaal).