je die muil maar even bekijken. Straks doet het bedrogen hof vol
sabelslepers en potjeslikkers hem uitgeleide voor zijn tocht naar Rome en
overzee; daarna zullen ze met hazesnelheid naar Kriekeputte hollen om Ermenriks
schat te verwerven. Maar deze vos weet ... Even op de bank, en een stukje
hertaling van Ernst van Altena lezen.
Toen Belijn, hofkapelaan,
lang genoeg was voorgegaan
en 't getij ten einde las,
Nobel had Belijn, hofkapelaan, bevolen Reynaert met de gebruikelijke gebeden en
zegens voor de nakende pelgrimstocht te begeleiden, wat Belijn node deed
aangezien Reynaert in de ban van de kerk geslagen was. Maar de bange prelaat
wijkt voor Nobels dreigementen...
hing hij rond Rein's hals de tas
uit de vacht van Bruin de beer.
Ook gaf hij de felle heer
in zijn poot de pelgrimsstaf
met zijn zegen. Nu was 't af
en kon Rein ter bêevaart gaan.
Reinaert keek de koning aan
wisten zich een weg te banen
langs zijn snor, alsof zijn hart
werd gespleten van de smart.
Maar het was, omdat hij niet
evenveel had laten lijden
als de wolf en Bruinbeer beiden
door hem hadden ondergaan!
Hij riep uit dat hij moest gaan
en hij vroeg om het gebed
van de dieren die hij met
't zijne ook graag zou bedenken.
Albert Poels wist in zijn beeld de geladenheid van dit moment schitterend weer te
geven. Op 26 mei 1958, zegge tweede pinksterdag, werd het onthuld, een ingeloste
belofte van toenmalige VTB-voorzitter Jozef van Overstraeten, die het bij het
inrijden van de Reynaertroute drie jaar voordien de stad Sint-Niklaas beloofd
had. Het beeld werd gemaakt in rode harde zandsteen uit Mainz. De bijbehorende
ronde bank werd ontworpen door architect Jozef Willems. En weer op tweede
pinksterdag, maar dertig jaar later, zegge 1988 kwamen hier enkele onblusbare
Reynaertmin-