Een Beverse maat
In den beginne was er een bos met aan de rand een plukje huizen: een kleine wijk
van de grote parochie Waasmunster. De legende vertelt dat op de plaats waar nu
de hoofdkerk staat een kapelletje gebouwd werd ter ere van de heilige Nikolaas,
patroon van de reizigers. Het wijkje, hoofdzakelijk levend van landbouw,
ontwikkelde zich in de 12de eeuw (de tijd waarin sommigen het Reynaertepos
situeren) een handelsnederzetting. In 1217 werd het gehucht afgesplitst van
Waasmunster en tot zelfstandige parochie verheven. Sint-Nikolaas ten Bos werd
patroonheilige.
Al in 1241 bepaalde de keur, geschonken door de graven van Vlaanderen, dat het
hoofdcollege van Waas te Sint-Niklaas zou zetelen. In feite werd de parochie zo
hoofdstad van het ‘soete lant’, daar waar het nog tot in
1804 zal duren vooraleer Napoleon haar de rang van stad verleent. Het grote
marktplein dankt de stad aan Margaretha van Constantinopel, gravin van
Vlaanderen. In 1248 schonk zij aan de Sint-Nikolaasparochie een uitgestrekt
terrein ten westen van de kerk, daarbij bepalend dat dit stuk ten eeuwigen dage
onbebouwd moest blijven ten bate van de gemeenschap. Een
‘Reynaerdelijk zweempje’ (uiteraard zeer rekbaar en
labiel): de schenking gebeurde via ene broeder Wilhelmus van Boudelo. Voornoemde
grafelijke eis met betrekking tot de marktoppervlakte zal in de 19de eeuw toch
overtreden worden wanneer stadhuis en O.-L.-Vrouwekerk worden gebouwd.
Strubbelingen waren er in het feodale tijdperk te over, omdat de
‘parochie’ slechts gedeeltelijk tot de Keure van Waes
behoorde en de kant van de huidige Nieuwstraat onder het gezag stond van Beveren
(waarvan de vierschaar zetelde in de Nieuwstraat). Met Beverse bood de dorstige
bevolking een niet te veronachtzamen voordeel: een Beverse maat bier was heel
wat groter dan een Sint-Niklase (Wase). Nu nog bevinden zich de meeste
drankhuizen aan de kant van de Nieuwstraat. Een mens zoekt zijn profijt. Het
uitgestrekte marktplein ontving in de loop der tijden heel wat hoge pieten. In
1419, Filips de Goede, die er onder een lindeboom de gebruikelijke eed aflegde
(hopelijk zonder Reynaerdelijke intenties). Karel de Stoute zwoer in 1467 wetten
en rechten van het Waasland te zul-