Wie haalde de heilige vogel
uit een hemel met blauw bevlagd
in het veld van mijn donkere ogen
in het oeverriet van mijn nacht. (M.v.V.)
Het bescheiden kerkje, waarvan de spotters de toren binnen halen bij ontij, is
gewijd aan de heilige Kornelius. Een ommegang doe je onder de lindebomen. Meteen
ben je gevrijwaard van stuipen, ‘seskens’ en epilepsie.
Het kerkje werd ingewijd in 1841, maar pas volledig afgewerkt in 1844 toen de
toren er werd opgezet.
Meerdonk werd een autonome parochie in 1807, maar had al vanaf 1683 een kapel
waarin de kerkelijke diensten werden verzorgd door de zielzorg uit Vrasene. Tot
in 1845 zou Meerdonk trouwens deel uitmaken van de gemeente Vrasene. Toen werd
het een zelfstandige gemeente die in 1977 weer werd opgeslokt door Sint-Gillis.
De oudste vermelding van Meerdonk dateert van 1270. Er wordt dan
‘Merdonck’ geschreven, wat wil zeggen: zandige verhoging
(donk) die opduikt uit laagliggend, onder-water-schietend, panvormig land (mar,
mer, meir). Duidelijk, en vanzelfsprekend zoals we zullen zien.
Het was lange tijd onvruchtbaar moergebied, dat door het klooster van Saleghem
(in Sint-Gillis aan de Kemphoek) werd uitgeveend. Talloze overstromingen maakten
er een polder van. Het is een prachtige streek om per fiets te doorkruisen.
En zingen mijn wielen Meerdonk voorbij,
dan duikt uit de polder een eiland omhoog,
als de bult van een walvis uit golven van klei.