Het land van Reynaert
(1993)–Rik Van Daele, Herman Heyse, Marcel Ryssen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
Antwerpen volgen). Hier links de Kouter(straat) in: Ende quam in Waes, int soete lant. (A 2257)
| |
[pagina 62]
| |
Briqville uit Steendorp, Dobbelken uit Lokeren, de Eksaardse Blauwbuik, Sinaaise Bok, Sublim uit Temse en Kerel uit Tielrode) en streekzoetigheden (Reynaertgebak, Boudelogebak in Kemzeke en Stekene en de lokale vlaaien en ‘pompkoek’) zijn dan op hun best. Meer lekkers vinden we beschreven in De Wase keuken. Vroeger en nu van André Vanderveken (Sint-Niklaas, VVV Land van Waas, 1989). Laten we echter onze tocht voortzetten en het Waasland binnenrijden. De ‘entree’ is weinig esthetisch. Het gevoel bekruipt ons dat we hier een gebied betreden dat in de greep zit van de industrie en de atoomkracht. We merken rechts het bordje dat ons naar het sportcentrum Kriekeputte wil voeren, maar we bedanken voor de uitnodiging. We blijven de weg volgen (tenzij je even een uitstapje wil maken en van de Schelde wil ‘genieten’ in de buurt van Doel) en draaien rechts mee, richting ‘Centrum’. Tot aan de kerk, waar we, tegen de wijzers van het uurwerk in, ronddraaien. Heet bloed van Kieldrecht, van Spaanse sinjeuren,
met meiden als rozen, op jacht naar een zoen:
hun schaapkens op 't droge, hun vis om te leuren,
en heimwee naar zee, niet te koop voor een miljoen.
(H. Heyse)
|
|